04-12-2017

BIJBEL MET HOLLANDSE MEESTERS

Het best verkochte boek aller tijden en wellicht ook het meest gelezen zal nu ook het best en meest bekeken boek worden. Ik durf dit aan u te profeteren daar een majestueus en magistraal werk sinds kort te kijk ligt. Ik heb het over de 1960 bladzijden tellende, grandioos en gul geïllustreerde hardcover Bijbel met Hollandse meesters van diverse auteurs en van uitgeverij Jongbloed met de ondertitel ‘Herziene Statenvertaling’. Op de voorzijde van de omslag staat Rembrandts schilderij ‘Het Joodse Bruidje’, een verstilde voorstelling van een man en een vrouw in een innige omhelzing tegen een diffuse achtergrond waaruit elk detail geweerd is. In deze maand van december leent dit Koninklijke kijk- en leesalbum zich tot een vorstelijk geschenk. Zeker weten! In het colofon voorin onder de reproductie ‘De apostel Johannes’ van Frans Hals met daarnaast de woorden ‘1 Johannes 1:4 En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap volkomen wordt.’ zegt de uitgever onder het kopje ‘Hollandse meesters’ het volgende: ‘De Herziene Statenvertaling is gebaseerd op een bijbelvertaling die in 1637 naar buiten kwam. In diezelfde periode beleefde Nederland zijn Gouden Eeuw. De schilderkunst maakte een ongekende bloeiperiode door. Namen als Rembrandt van Rijn, Pieter Lastman, Ferdinand Bol en tientallen anderen spreken nu nog steeds tot de verbeelding. Deze schilders kozen naast maatschappelijke en persoonlijke thema’s ook veel bijbelse onderwerpen. In deze uitgave zijn diverse bijbelse taferelen van de Hollandse meesters gecombineerd met bijbeltekst. De illustraties laten zien hoe de Hollandse meesters de bijbeltekst artistiek hebben verwerkt. Een enkele keer is er voor gekozen een vrijer thema van een schilder te verbinden met een bijbelfragment. We verwachten dat de kunstwerken herkenning bieden en geregeld prikkelen om een bijbelfragment nog eens na te lezen. Deze uitgave is tot stand gekomen met medewerking van diverse voornamelijk Nederlandse musea. U vindt de bronnen achterin verantwoord. De kunstpedagoog dr. Jan Veldman heeft de redactie ondersteund bij de selectie. Deze kunstbijbel biedt naast de tientallen afbeeldingen de integrale bijbeltekst.’

Uiteraard kent u het bestaan van de Bijbel en is het niet aan mij u van de eeuwigheidswaarde te overtuigen. Wel wil ik aan u kwijt dat in ons gezin het Woord steevast gelezen wordt en als symbool daarvan ligt op de lezenaar in de vestibule een authentieke Elzevier, uit 1663 om precies te zijn. Ik noem u de titels van de veertig schilderijen die het gezegde in de Bijbel ondersteunen. Ik volsta daarbij met het noemen van Bijbelboek, titel en maker van schilderij. Als kind keek ik mijn ogen uit op de illustraties in onze Kinderbijbel. Nu doe ik dat op deze combinatie van gouden werken uit de 17de eeuw en de volledige Bijbeltekst.

Door Bijbel met Hollandse meesters zijn geweven:
Genesis: Landschap met uitheemse dieren - Melchior d’Hondecoeter
Genesis: De toren van Babel - Pieter Brueghel
Genesis: Abraham stuurt Hagar en Ismaël weg – Barent Fabritius
Genesis: Het offer van Izak – Salomon de Bray
Genesis: Portret van een paar als Isaak en Rebekka, bekend als De Joodse bruid
Genesis: Izak zegent Jakob – Govert Flinck
Genesis: Jozef vlucht weg bij de vrouw van Potifar – Lucas van Leijden
Genesis: Jozef legt de bakker en de schenker hun dromen uit – Benjamin Gerritsz Cuyp
Exodus: Farao’s dochter vindt Mozes – Johannes Voorhout
Exodus: Aäron verandert her water van de rivier in bloed – Jaacob Symons Pynas
Numeri: De ezelin met de profeet Bileam door de profeet tegengehouden
Richteren: Simson met de ezelskaak – Salomon de Bray
Richteren: Simson en Delila – Jan Lievens
Richteren: De Leviet in Galilea – Gerbrandt van den Eeckhout
Ruth: Ruth en Boaz – Nicolaes Pietersz Berchem
1 Samuel: Saul begroet David als overwinnaar – Gerrit de Wit
1 Samuel: David op de harp -Jan de Bray
1 Samuel: Achimelech geeft het zwaard van Goliath aan David – Aert de Gelder
1 Koningen: David draagt zijn taak over aan Salomo – Ferdinand Bol
1 Koningen: Het oordeel van Salomo – Claes Jacobsz van der Heck
1 Koningen: Salomo en de koningin van Sjeba – Jan van Scorel
1 Koningen: De afgoderij van Salomo – Jacob Hogers
1 Koningen: De profeet van Bethel ontmoet de man Gods uit Juda – Lambert Jacobsz
1 Koningen: De profeet Elia en de weduwe van Zarfath – Cornelis van Poelenburgh
2 Koningen: De hemelvaart van Elia – David Colijns
Koningen: De profeet Elia wijst de geschenken van Naäman af – Pieter Fransz de Grebber
Ezra: Koning Kores overhandigt de geroofde schat uit de tempel van Jeruzalem –Ferdinand Bol
Esther: Het feestmaal van Ahasveros – Aert de Gelder
Psalm: Het gebed voor de maaltijd – Cornelis Pietersz Bega
Klaagliederen: Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem – Rembrandt van Rijn
Mattheüs: Christus en de Kanaänitische vrouw – Willem van Dordt
Markus: De doornenkroning van Christus – Gerard van Honthorst
Lukas: De verkondiging aan Maria – Godfried Schalcken
Lukas: De aanbidding der herders – Jan Havicksz. Steen
Lukas: De Emmaüsgangers – Jan Steen
Johannes: Christus aan het kruis – Pieter Lastman
Johannes: De ongelovige Thomas – Hendrick ter Brugghen
Handelingen: Paulus geneest de kreupele in Lystra – Karel Dujardin
1 Korinthe: Heraclitus en Democritus – Hendrick ter Brugghen
1 Johannes: Stilleven met Bijbel – Jan van der Heijden
1 Johannes: De apostel Johannes – Frans Hals

BIJBEL MET HOLLANDSE MEESTERS

STEEN VOOR STEEN

Een kostbaar kleinood leg ik voor u op de leesplank dat een lust voor het oog en een streling van het gemoed is. Een hartverscheurend, schrijnend, hoopgevend, bemoedigend kijk- en leesboek, daar gaat het ook om. Ik heb het over de 26 bladzijden tellende, grandioos geïllustreerde hardcover Steen voor steen van Margriet Ruurs en Nizar Ali Badr en van uitgeverij Callenbach met de ondertitel ‘Een familie op de vlucht’. Als motto staat voorin een gezegde van Albert Einstein ‘Vrede kan niet met geweld behouden worden, het kan alleen bereikt worden door begrip’ en een dankwoord van Margriet Ruurs ‘Dank aan Saji Qorqmaz in Syrië, zonder wie dit boek er nooit was gekomen. Ook dank aan Syeda Basarat Kazim uit Pakistan, Basma Nady uit Australië en Bob Tyrrell van Orca Book Publishers’. Om de intro te voltooien: het eclatante werk is een vertaling van het door de al vele jaren in Canada wonende Margriet Ruurs in Engels en Arabisch vervaardigde Stepping stones. Ik kreeg het boek in handen door toedoen van de bevlogen kunstkenner Ruud van Mourik, voorzitter sectie Amateur kunst van de Culturele Raad Papendrecht, wiens echtgenote Laura een zus is van de scribent Margriet Ruurs. Doorgaans leiden woorden van schrijvers tot beelden zoals ik recent illustreerde met het stripbewerking door Ari Folman en David Polonsky van Het Achterhuis van Anne Frank, zeventig jaar na dato. Bij Steen voor steen was een omgekeerde gang van zaken het geval: beelden van de Syrische kunstenaar Badr riepen een verhaal op bij Ruurs. Ik citeer het begin van haar Voorwoord: 

‘Er worden ontelbare verhalen en aangrijpende beelden op internet gedeeld door mensen uit de hele wereld. Toen ik eens op Facebook zat werd ik getroffen door een beeld dat voorbijkwam in mijn tijdlijn. Het was een wondermooie, gevoelvolle weergave van een moeder die haar baby vasthield. Achter haar liep de vader, met een zware last op zijn rug. Het beeld straalde veel emotie uit, het raakte me diep. Het meest verrassende was het materiaal. Het was geen geschilderde voorstelling, en ook geen tekening. Het kunstwerk bestond volledig uit stenen. Wacht even dacht ik. Hoe kunnen stenen in vredesnaam zo veel emotie uitstralen? Welke kunstenaar kan stenen zoveel leven inblazen? Ik keek nog aandachtiger en zag dat er een naam op een van de stenen stond: Nizar Ali Badr. Ik zocht zijn naam op en vond een Facebookpagina vol beelden van zijn verbluffende kunst. Elk beeld vertelde een verhaal van liefde, ontzetting, vreugde of verdriet. Ik ontdekte dat Nizar Syrisch is en dat een groot deel van zijn werk is geïnspireerd door de oorlog die in zijn land woedt. Net als iedereen wist ik van de stroom vluchtelingen uit het Midden-Oosten. Maandenlang had ik bijna dagelijks reportages gezien en over mensen gehoord die een verbeten strijd leveren om over de grens in veiligheid te komen. Mensen die met de moed der wanhoop in gammele bootjes de Middellandse Zee overstaken, voor velen met de dood als gevolg. Bijna niemand kan ongedaan blijven onder de verhalen van radeloze vluchtelingen uit Syrië en omringende landen, die asiel zoeken in het Westen. Ik was diep onder de indruk van Nizars werk. Ik zag hoe de mensen veranderden in zijn kunstcreaties; van blije, onbezorgde kinderen tot beladen mensen op de vlucht. Er was verdriet en pijn. Maar er was ook liefde en zorg. En dit alles werd verteld door stenen. Er borrelde bij mij onmiddellijk inspiratie op voor een verhaal dat met Nizars kunst geïllustreerd kon worden. Ik wist natuurlijk dat ik zijn beelden niet zonder zijn toestemming kon gebruiken.’ U kent nu de ontstaansgeschiedenis van Steen voor steen, want Margriet Ruurs spoorde Nizar Ali Badr op en dit met veel emoties geladen album van beelden en woorden ligt nu op de toonbank. Kijken naar hun woorden en beelden is een gave voor de geest, want ontroerend, verheffend, geladen en schokkend zijn ze. Temeer daar de kijker en de lezer het besef hebben dat de realiteit van het bestaan de oorsprong van het kunstwerk vormen. Ik bemin schilderijen die opgetrokken zijn uit penseelstreken van verf, ik ontdekte schoonheid opgebouwd uit opgebeurde stenen aan zee. Een tocht door Steen voor steen zal ook voor u een voltreffer in het gemoed zijn. Als binnenkomer pluk ik twee verzen van het Syrische meisje Rama, het perspectief dat Margriet Ruurs hanteert.

‘Toen stopten de vogels met zingen.
De mensen verlieten het dorp
Eerst was her een druppel, later een stroom.
Een stroom ontketend door hoop,
over stoffige velden, onder een bloedhete zon.
Vaders en moeders, meisjes en jongens
op zoek naar een betere plek, een beter leven.’
 
en
 
We gingen weer lopen.
Moe was ik. Ontzettend moe.
Mijn voeten voelden als stenen
waar we op liepen.
Mijn benen als bomen
vast in de aarde.
 
We liepen verder
maar nu in een land
waar geen oorlogen waren,
geen geweren en bommen
en ook geen angst.
Gedragen door hoop.

Als afronding van mijn introductie reik ik u de woorden van de site van de uitgever aan: ‘Steen voor steen van Margriet Ruurs en Nizar Ali Badr vertelt het verhaal van een familie op de vlucht. Rama en haar familie moeten hun thuis achterlaten vanwege oorlog en honger. Met hun spullen op de rug vluchten ze naar een veiligere plek. Na een zware, lange reis vinden ze een nieuw thuis. Zo beginnen nieuwe herinneringen en nieuwe dromen. Niet van oorlog, maar van vrede. Een uniek, poëtisch en actueel boek in Nederlands en Arabisch, met prachtige kunstwerken van kiezelstenen, gemaakt door een Syrische kunstenaar. Bij het boek zitten ansichtkaarten, om uit te delen of op te hangen.’
 

STEEN VOOR STEEN

WIT

en heel bijzonder, een zeer belangwekkend, een enerverend, een meeslepend persoonlijk relaas leg ik voor op de leestafel dat door de auteur herself als een novelle of beter nog; als een prozagedicht wordt getypeerd. Ik heb het over de 146 bladzijden tellende hardcover Wit van de Zuid-Koreaanse Han Kang en van uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Mijn eerste confrontatie aan u met Kangs derde boek laat ik bestaan uit het aan u doorgeven van het begin van een interview dat Casper van der Veen onlangs voor NRC Handelsblad met Han Hang onder de titel ‘Ik probeer een mens te zijn’ had. En uit het voor u citeren van de eerste bladzijden van Wit, want daarin maakt u niet alleen kennis met de taal van Han Kang maar ook met het thema. Het spreekt voor zich dat wij later nog gezamenlijk een leestocht door dit opmerkelijke brok literatuur maken.

Casper van der Veen: ‘Het eerste boek van Han Kang dat in het Engels werd vertaald won meteen de Man Booker International Prize 2016. Tot haar eigen stomme verbazing: ‘Ik vond het prettig genomineerd te zijn, want daardoor kon ik naar Londen om met mijn redacteur te praten over mijn nieuwe roman Wit, zegt de Zuid-Koreaanse schrijfster in een café in een voorstadje van Seoul. ‘Maar ik had niet verwacht dat ik die prijs ook zou winnen.’ Han kreeg de prijs voor haar roman De vegetariër, waarin een vrouw resoluut stopt met het eten van vlees – vrij ongebruikelijk in Zuid-Korea. Voor het eerst brak een Zuid-Koreaanse auteur internationaal door. De schrijfster blijft er bescheiden onder en verontschuldigt zich er bij binnenkomst voor dat ze tien minuten te laat is. „Ik was mijn paraplu vergeten”, zegt ze. Buiten hoost het zoals het alleen tijdens het Aziatisch regenseizoen kan hozen. Na De vegetariër en Mensenwerk is nu ook Wit in een Nederlandse vertaling verschenen (vertaald door Marijke Versluys). Het is een mix van poëzie, fictie en essayistiek. Het boek bestaat uit zo’n zestig korte fragmenten, waardoor ruwweg de helft van de bladzijden wit is. Wat voor een boek is Wit? ‘Het is een novelle die je kunt lezen als een prozagedicht. Het bestaat uit drie hoofdstukken, waarvan het eerste autobiografisch is en het tweede een los narratief heeft.

Het laatste hoofdstuk is gebaseerd op de ervaring met mijn oudere zus, het eerste kind van mijn ouders. Ze werd te vroeg geboren en overleed na twee uur. Ik ben opgegroeid met de herinneringen van mijn ouders aan haar. Mijn moeder zei almaar hoe mooi ze was. Ik schreef Wit toen ik vier maanden in Warschau verbleef. Die stad werd tijdens de Tweede Wereldoorlog voor 95 procent verwoest, wat het tot een tragisch oord maakt. Op straat dacht ik er altijd aan hoe die stad was herrezen uit de as, maar ik dacht dan ook aan het korte leven van mijn zus. Ik probeerde Warschau door haar ogen te zien en aan haar blik alleen witte, reine dingen te schenken.’

Nijgh & Van Ditmar: ‘Op een middag in de nazomer had ze het gezien terwijl ze langs een afgelegen flatgebouw liep. Op de tweede verdieping was een vrouw bezig de was op te hangen, aan een rek buiten het balkon. Er ontsnapte haar een pluk wasgoed. Eén zakdoek zweefde omlaag, het langzaamst van alles, en belandde uiteindelijk op de grond. Als een vogel met half ingevouwen vleugels. Als een ziel die behoedzaam een plek zocht om neer te strijken.’
Terwijl de verteller met een schrijversbeurs in Warschau verblijft, een besneeuwde stad vol tastbare littekens van het geweld uit het verleden, wordt ze achtervolgd door het verhaal van haar oudere zus, die slechts twee uur na haar geboorte overleed. Een gefragmenteerde verkenning van witte dingen is het resultaat – de bakerdoeken, die ook haar doodskleed waren, de melk uit haar moeders borsten die ze niet meer dronk, de blanco pagina waarop de verteller tevergeefs probeert het verhaal te reconstrueren – alles ontvouwt zich in een krachtig, poëtisch distillaat. Wit is een boek als geen ander. Het zijn gedachten over een kleur, over de kracht en de kwetsbaarheid van de menselijke geest, en pogingen om nieuw leven te vinden in de as van vernietiging.

Han Kang: Ik In het voorjaar, toen ik had besloten te schrijven over alles wat wit is, maakte ik om te beginnen een lijst.

Bakerwindsels
Babyhemdje
Zout
Sneeuw
IJs
Maan
Rijst
Golven
Magnolia
Witte vogel
‘Wit lachen’
Blanco papier
Witte hond
Wit haar
Lijkwade
 
Bij elk woord dat ik noteerde sloeg er een golf van onrust door me heen. Ik voelde dat ik dit boek móést schrijven, dat ik erdoor zou veranderen, dat het ook zelf zou veranderen, en wel in een soort witte zalf die op een zwelling wordt aangebracht, een verband dat op een wond wordt gelegd. Dat had ik nodig. Toen ik een paar dagen later mijn blik nog eens over het lijstje liet gaan, begon ik me evenwel af te vragen waarom ik hier eigenlijk aan begon, wat het zou betekenen die woorden in de ziel te kijken. Als ik de woorden in mezelf filter, klinken er beverige zinnen op, wat doet denken aan het vreemde, treurige gesnerp dat een strijkstok aan een metalen snaar ontlokt. Zou ik mezelf, gesluierd in wit verband, tussen die zinnen kunnen verstoppen? Dat was zo’n moeilijke vraag dat ik het lijstje liet zoals het was en er verder niets meer mee deed. In augustus vertrok ik naar het buitenland, naar dit land waar ik nog nooit was geweest; ik huurde tijdelijk een flatje in de hoofdstad en wende eraan mijn dagen in deze vreemde omgeving te slijten. Een kleine twee maanden later, toen het op een avond voor het eerst bijtend koud was, kreeg ik migraine – een pijnlijk bekend verschijnsel. Ik nam een paar pillen in met warm water, en realiseerde me (heel kalm) dat ik me onmogelijk zou kunnen verstoppen.

Er zijn momenten dat ik me scherp bewust ben van het verstrijken van de tijd, vooral als ik ergens pijn heb. De migraines zijn begonnen toen ik een jaar of twaalf, dertien was; ze overvallen me onaangekondigd, vergezeld van heftige buikkrampen die het dagelijks leven een halt toeroepen. Zelfs het kleinste karweitje blijft liggen terwijl ik me louter concentreer op het verduren van de pijn: de afzonderlijke druppels van de tijd voelen als messcherpe edelstenen die langs mijn vingertoppen schampen. Eén keer diep inademen, en dan neemt dat nieuwe levensmoment de vorm aan van een parel bloed. Zelfs wanneer ik me weer in het dagelijks ritme heb gevoegd en de ene dag naadloos versmelt met de volgende, blijft die gewaarwording op dat plekje altijd met ingehouden adem wachten Elk moment is een sprong van een onzichtbaar klif, waarop de scherpe randen van de tijd voortdurend worden bijgeslepen. Onze voeten maken zich los van de stevige ondergrond van heel ons leven tot dan toe, en we zetten die hachelijke stap in het ongewisse. Niet omdat we zo bijzonder moedig zijn, maar omdat het de enige weg is. Nu, op dit moment, stroomt die duizelingwekkende prikkeling door me heen. En ik stap roekeloos de tijd in die ik nog niet heb geleefd, het boek in dat ik nog niet heb geschreven.’
 

WIT

SIRENEN

Ik wil u de bittere smaak doen proeven van het verdriet om een liefde vol passie maar ook vol gevoel van schuld. Ik geef aan u door de stukken 154 en 155 uit een boek waarvan ik de voorafgaande chapiters bij u vorig jaar mocht introduceren: uit ‘Odyssee’ met ondertitel ‘Fernweh’. Nu gaat het om de 240 bladzijden tellende hardcover Sirenen’ van Jan Cremer en uitgeverij De Bezige Bij. Een paar weken terug was daar de inmiddels 77 jaar tellende auteur in DWDD om zijn terugblik op een onmogelijke liefde toe te lichten en werd daarbij ingehaald door gevoelens van spijt, ontrouw, wanhoop, besluiteloosheid, maar vooral van schuld. Ik kreeg Sirenen een dag terug in handen en nu al wil ik daaruit het voorwerk en het begin op radio en tv aan u doorgeven. Waarbij ik u naast het thema ook attendeer op het proza van Jan Cremer. Volgende week struinen wij met elkaar door Sirenen om onder andere te achterhalen waarvoor de titel staat. Voorlopig houden wij het op halfgodinnen die hun toehoorders met gezang verleidden. Om u ‘in the mood’ te brengen geef ik eerst de twee motto’s, de opdracht, de tekst van de uitgever op de wikkel en het slot.

De motto’s en de opdracht: ‘Ik zal m’n leven lang, onder welke omstandigheden dan ook, op je wachten’. Loes Hamel en ‘Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr. Wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben, wird wachen, lesen, lange Briefe schreiben und wird in den Alleen hin und her unruhig wandern, wenn die Blätter treiben.’ Rainer Maria Rilke en ‘Voor Loesje’

DBB: ‘In de donkere winterse dagen van 1959 ontmoeten een onbekende West-Friese verpleegster en een schilderende rebel elkaar in het Amsterdamse uitgaansleven. Het is liefde op het eerste gezicht en voor beiden meteen een lotsbestemming. Vijf jaar later zijn ze beroemd. Zij als Loesje Hamel, topmannequin bij Pierre Cardin en later de ster van het Shaffy Chantant. Hij als de schrijver van een onverbiddelijke bestseller. Wat begint als een verboden liefde wordt een hectische en onrustige odyssee die hen zo'n tien jaar lang telkens uit elkaar drijft naar beide kanten van de oceaan. Toch zoeken ze elkaar steeds op, maar het is pas na een halve eeuw dat Jan Loesjes brieven durft te lezen en de confrontatie met zichzelf durft aan te gaan. Het inspireerde hem tot Sirenen, het relaas van hun dramatisch verlopen liefde.’

Het slot van Sirenen: ‘Ik lees nog een laatste brief van Loes. Ze moet die in de herfst van 1973 geschreven hebben. ‘Lieve Jan
We konden allebei niet helpen
dat alles ging
zoals het is gegaan.
Neem het geen van ons beiden kwalijk.
We deden ons best.
Ik hield echt van je, dat weet je toch
Dag, veel liefs
Loes

Het begin: ‘154 Mijn lief, Laten we er in godsnaam mee ophouden. Ik houd van je. Maar zo kan het niet meer. Jij wordt gek, ik word het en niet te vergeten die anderen. Gister heb ik gezien, dat je niet langer dan 2 dagen zonder Hester kunt. Goed, dan trek ik me terug. Ik houd verschrikkelijk veel van je, maar er ontstaat door al die toestanden een soort van wantrouwen. Hester zal waarschijnlijk niet eens weten dat ik weer bij je ben. Je zult ongetwijfeld zeggen dat je zo hard werkt en dat je daarom alleen wilt zijn, maar dat je haar ’s avonds komt zien. Nou ja, van al deze gedachten word ik gek. Het liggen wachten uren, als je minnares maakt me krankzinnig. Laat me alsjeblieft maar met rust voortaan.

Mijn allerliefste Loes,

Mijn hart breekt nu ik jouw brieven na zoveel jaren inkijk. Wat heb ik je aangedaan. Een schrijven van zo lang geleden, dat dat nog zo’n indruk maakt. Tranen wellen op en ik kan ze niet tegenhouden. Wij hebben beiden zoveel tranen nodeloos vergoten en waarvoor? Ik voel me zo machteloos, nu nog, zo’n halve eeuw later, een half mensenleven. Want wat heb ik je gemist. Een verloren liefde die al vijftig jaar duurt. Hoe kan het dat ik bijna weer in tranen uitbarst. Dat het is of je nog helemaal niet weg bent, dat jij hier in het huis rondloopt, ik jouw geluiden hoor. Al jouw brieven, ansichtkaarten, briefjes en telegrammen heb ik zoveel mogelijk bewaard. Maar ik wilde ze, durfde ze niet in te kijken. Ik heb ze nooit helemaal uitgelezen. Veel heb ik moedwillig verscheurd, verbrand, kwaad weggegooid. Nog veel meer is door de jaren heen verloren gegaan. Omdat ik niet eens zo lang geleden een blik met brieven gericht aan mijn vader – een blik vol verweerd liefdesverdriet – in bezit kreeg, dacht ik dat ik het nu wel aankon. Dus dook ik de manilla enveloppe met jouw post die ik veertig jaar zelfs niet heb opengemaakt, weer op uit de kist. Ik lees ze nu voor het eerst. Ik had nooit weg bij je moeten gaan. Ik had je nooit moeten verlaten, dat blijkt nu wel. Jij was de eerste grote liefde in mijn leven en ik heb je verloochend als een judas. Ik had het nooit zo bedoeld. Wat heeft mij toch in godsnaam bezield. Ik had de strijd niet moeten opgeven. Twijfel slaat toe en de radeloosheid van vroeger doemt weer op. Die verdomde vrijheid waar ik naar streefde, het lijkt of dat ons de das heeft omgedaan. Ik wilde je geen pijn doen, maar was het mij die vrijheid waard? Nee, maar het is een mensenleven later dat ik dit beken.

We waren waarschijnlijk tot eenzaamheid veroordeeld. Ik wilde niet verstrikt raken in een web. Ik had je nooit los moeten laten, je was een ijsschots die afdreef en ik hield je niet tegen. Ik heb altijd gedacht dat we ooit weer bij elkaar zouden komen, dat ik mijn anker bij jou zou uitgooien. Dat we verder zouden gaan met ons leven als we beiden gekalmeerd waren, de haren zilvergrijs, onze zoektocht naar de ware liefde hadden opgegeven. Jij was mijn ziel en dat heb ik altijd verborgen gehouden. Dat jij in mijn hart gekerfd zat mocht niemand weten. Het is veel te laat dat ik je zo verschrikkelijk mis. Ik lees verder, ik moet nu doorgaan en ik daal af in de afgrond die ik voor je geschapen heb. Ik houd van je, maar zo kan het niet meer. Bel me niet meer op, want op dat moment wil je me wel, maar op duizend andere niet. B.v. als ‘je even wegmoet’. Ik kan niet alleen zijn, dus zal ik over een paar dagen naar Jules teruggaan. Ik houd veel van hem en zal proberen er iets van te maken. Maar bel me s.v.p. niet meer op, want ik sta dan zo zwak en dan hebben Jules en ik helemaal geen kans. Als je, zoals je zegt, van me houdt, gun me dan die kans, misschien kan het nu nog. Ga jij maar naar Hester, want ondanks dat je het niet schijnt te weten, ben je het meeste van haar. Ze boeit je mateloos, waarschijnlijk ook door haar toestand, en daar kan ik niet tegenop vechten. Ach, je houdt het meeste van haar, laat mij dan met rust. Alsjeblieft. Dag, ik houd walgelijk veel van je, maar ik kan niet meer. Dag lief, Veel geluk Loes Niet proberen me terug te halen. Alsjeblieft!!!!!  Als je me dingen wilt zeggen, schrijf ze me dan. 1e omdat we dan geen ruzie kunnen krijgen en 2e, omdat ik je liever een tijdje niet wil zien omdat ik dan misschien weer slap en zwak word. Lieverd het is maar beter zo. Als je wilt schrijven, doe dat naar 3e Weteringsdwstr. 42 bij Ramses en Joop. Ik houd van je.

In de donkere winterse dagen van 1959 schitterde de zon als Loesje binnenkwam. Haar gulle schaterende lach bracht licht in de met zware tabaksrook, verschaald bier en goedkope jenever doordrenkte duistere cafés waar wij hadden afgesproken. Meestal in Hans & Grietje, tegenover het Rijksmuseum. Loesje kwam met de tram vanaf het Weesperplein, waar ze in het daaraan gelegen ziekenhuis verpleegster was. Ik was er meestal ruim van tevoren en wachtte zenuwachtig, met kloppend hart, op haar komst. Soms kwam ze niet opdagen. Had ze een verlate dienst. Als ik op zaterdagen in de stad was, zocht ik haar – zoals vaag afgesproken – in de cafés rond het Leidseplein. Café Reynders na vijf uur en later op de avond in de Lucky Star. Ik was haar eerder tegengekomen. We botsten tegen elkaar. In dat ene ogenblik was er iets tussen ons ontstaan, vertelde ze mij later.

In de garderobe van de Lucky Star waren we beiden onze jassen aan het aantrekken en, terwijl we ons in onze mouwen hesen en omdraaiden, stonden wij plotseling met de gezichten pal tegen elkaar. Neus aan neus. Dat ene ogenblik keken wij elkaar voor het eerst diep in de ogen. Ze had helblauwe ogen en een brede schaterlach met blinkend witte tanden. Dat ene ogenblik, zal Loes mij later bekennen, dacht ze even: ik wacht mijn hele leven al op jou! Ook bij mij bleven die enkele minuten in mijn hersens gegrift. Die eerste keer dat ik in haar sprankelende ogen dook. Ik wilde haar weer zien, per ongeluk tegenkomen, ik was op slag verliefd en dat kon ik helemaal niet gebruiken. Onrust dreef boven en met kloppend hart bleef ik haar zoeken. Ik reisde op en neer tussen Den Haag, waar ik in mijn atelier werkte, en Parijs, waar ik al een tijd woonde en schilderde. Ik bleef soms maanden weg. Verkocht af en toe een schilderij, het geld net genoeg om schulden af te lossen en verf te kopen. Om in leven te blijven had ik allerlei baantjes. In Parijs werkte ik ’s nachts in de Hallen, in Nederland monsterde ik voor korte zeereizen aan. Na een tijdje hard werken, eenmaal terug, pakte ik de motor en reed vooral in de weekeinden naar Amsterdam. Constant in geldnood, want geld moet rollen. In de Lucky Star was tegen sluitingstijd altijd wel een slaapplaats te vinden. Ik speurde straat en cafés af om dat blonde meisje weer tegen te komen en op een avond zag ik haar weer. In de Lucky Star. Omringd door een aantal opgewonden, uitgelaten collega-verpleegsters. Ze wilde me spontaan de dansvloer op trekken, stoof weg toen ik weigerde, maar kwam later naast mij aan de bar zitten. Ze stelde zich voor: Loes. Toen was het aan. Ik kreeg het nummer van de afdeling in het ziekenhuis en ik belde haar op als ik naar Amsterdam kwam.’
 

SIRENEN

GRIME

Ik ga u aantonen dat een goed geschreven roman met een boeiend thema ons meteen in de ban heeft, bij de lurven pakt, door het begin van het eerste chapiter Glasachtig lichaam aan u door te geven. Opdat u voor de komende donkere avonden een lichtbundel in handen heeft. Ik heb het over de 296 bladzijden tellende paperback Grime van Wytske Versteeg en van uitgeverij Querido. U zult met mij spanning gaan beleven, hier: de drang tot verder lezen. U komt december met dit boek goed door en als opwarmer geef ik u eerst de tekst van de uitgever op de omslag. ‘Als eerstejaarsstudent aan het elitaire Shelterwood wordt Nino verliefd op Suyin, een grillig en kwetsbaar meisje. Zij is echter in de ban van de charismatische Michael Wallerstadt, Nino’s jeugdvriend en grote voorbeeld. In een drukkend hete zomer werkt het drietal samen aan een film, Grime, die hun levens voor altijd zal veranderen. Nu, jaren later, probeert Nino erachter te komen wat er precies is gebeurd tijdens hun laatste maanden samen. Maar in een zoektocht waarin niets is wat het lijkt te zijn, verliest hij zijn eigen leven steeds verder uit het oog. Grime is een verhaal over wat niet kan worden vergeten, over obsessie die tot over de rand van de waanzin drijft en over de onbetrouwbaarheid van onze waarneming.’

Wytske Versteeg: ‘Glasachtig lichaam - ’s Avonds is er de nachtvlinder die tegen het plafond aan vliegt, zijn vleugels beschadigt op zoek naar de vrijheid. Op internet lees ik dat motten lamplicht aanzien voor de maan. Ze raken in de war doordat het licht waarop ze zich oriënteren, plotseling veel dichterbij is, doordat met die valse maan de afstanden verschuiven. Zelf denk ik dat ze simpelweg niet kunnen kiezen tussen licht en donker, dat ze worden aangetrokken door de lamp en – eenmaal in het licht – weer terug willen naar de verloren veiligheid van het duister dat ze nu niet langer kunnen vinden. Vaak is het na tweeën als ik opkijk van mijn beeldscherm, het donker buiten onveranderd, het bos stil op de incidentele roep van een uil na. Ik staar naar buiten en stel het moment om te gaan slapen uit, deins terug bij de gedachte aan Sophies onschuldige lichaam, de bleke arm die ze half slapend naar me uitstrekt. Steeds vaker heb ik het gevoel dat ik haar corrumpeer, onzichtbare schade toebreng alleen door hier te zijn. Het boek is een bijna tastbare aanwezigheid, een levend wezen dat tussen ons in staat. Onderling duiden we het simpelweg aan als ‘mijn werk’, soms als ‘de biografie’. We weten allebei dat het iets anders is, maar het geeft ons een manier van praten: heb je fijn kunnen werken, schat, het werk ging goed vandaag. We kiezen onze woorden voorzichtig, als we het er al over hebben, we cirkelen zorgvuldig om het onderwerp heen, benoemen niets van dat wat ertoe doet. ’s Nachts lig ik naast Sophie en kan niet slapen, staar naar het glazen plafond van onze kubus, het donkere silhouet van de dennen en de fragmenten van de hemel daarboven. Ik stel me voor dat ik het kloppen van een hart hoor, dat de stapel papieren in mijn kamer zachtjes pulseert.

Af en toe strijken Sophies vrienden als een troep luidruchtige paradijsvogels in onze villa neer. ‘Nino doet onderzoek naar het moderne spookverhaal,’ legt Sophie uit. Dit is hoe we het voor anderen omschrijven, omdat ik niet met iedereen wil praten over Michael. In feite draait mijn boek om angst die overvloeit van de een naar de ander, besmettelijk wordt; het waanbeeld dat vaste gestalte krijgt. De fysieke, onomkeerbare gevolgen van wat niet echt bestaat. Soms raak ik in gesprek met een collega van Sophie, neem haar mee naar buiten. Blijf langer dan nodig tussen de bomen staan, hopend dat de onbekende vrouw naast me blijft wachten, dat ook zij ertegen opziet om naar binnen te gaan. Maar het donker hier is anders, enger dan ze kent. De angst voor wat ze niet kan zien, is terug van nooit echt weg geweest. Haar huid tintelt van waakzaamheid. Onder haar kleren is ze kwetsbaar, verzwakt door alles wat ze heeft geleerd. Beschaving heeft haar ontdaan van alle eigenschappen waar ze hier iets aan zou hebben: snelheid, kracht, de wildheid die ze ooit, als kind, nog had. De takken van de bomen strekken zich naar haar uit als dorre, grijpende vingers. Een mier dwaalt verdwaasd rondjes over haar panty. Bewegende gestaltes achter het gigantische raam, het glas dat ons van elkaar scheidt. Dit huis is een betonnen korset, het dwingt ons om mensen te spelen die we niet werkelijk zijn. ‘Ga maar vast,’ zeg ik. ‘Ik kom zo.’ Kijk naar haar verdwijnende rug, de moeite waarmee ze zich op al te elegante schoenen een weg baant over de ongelijke bosgrond.

Het zijn de kleine dingen waaraan herinneringen blijven kleven. Plotseling, bijvoorbeeld, zie ik de ronde bekers voor me die we in die tijd hadden, met afbeeldingen van de Moemins erop. Ze waren gebutst aan de randen, maar ze hadden precies de goede vorm om mijn handen omheen te klemmen, de warmte van de thee te voelen. Al die avonden waarop we bij elkaar zaten, Sophie, Michael, Suyin en ik. Suyin hangend op de bank met haar benen onder zich gevouwen, haar kleurige wollen beenwarmers. Ze had de gewoonte om, terwijl we zo zaten, haar lijf onverwachts in bochten te wringen, stak soms plotseling een been kaarsrecht de lucht in, haar voeten gestrekt. Al haar bewegingen waren moeiteloos, vanzelfsprekend; ze was zo soepel als een kat. Al die momenten, als vlinders duiken ze op, heel even zichtbaar en dan weer verdwenen. Die ochtend dat ik Suyin nog maar net kende. We zaten op de stoep en verzonnen de stad beneden ons. We gaven haar namen, verhalen, we trokken de lijnen waarlangs ze bewoog. ‘Vertel over jezelf,’ zei Suyin. We aten grote happen van de watermeloen die ik in stukken had gesneden, spuugden de pitten naar de overkant. De zweetdruppeltjes op haar huid, de moedervlek onder haar sleutelbeen, het kettinkje waar ze tijdens het praten mee speelde. Ik probeerde dingen te bedenken die ik over mezelf kon vertellen, ik zei: ‘Ik had een oom die slangen in een oude telefooncel hield.’ Ze keek naar me, wachtte op de rest van het verhaal, dat er niet was. Ik haalde mijn schouders op. ‘Er is niets te vertellen.’ We staarden naar het skelet van een achtbaan die iemand lang geleden had gebouwd. Ze volgde met een vinger de randen van de dingen, de muren, de leuning van de brug.’

GRIME

LEKER LUI LIGGEN LEZEN IN DE DONKERE DECEMBERDAGEN

Op de valreep van de jaardag van de Sint en de gang naar de komst van de Kerstman reik ik u uit de genres van fictie en non-fictie wat boeken aan, die zich bij uitstek lenen tot heerlijk behaaglijk lezen in de laatste maand van dit jaar. Ik noem u titel, schrijver, ondertitel en uitgever. Het thema verwoord ik via de tekst op de omslag. Het lijkt mij verheffend wanneer wij begin januari hier onze gedachten uitwisselen over onze leeservaringen. Hier zijn dertien tips.

1) WWW.wat? – Jan von Holleben, Jane Baer-Krause en Kristine Kretschmer – Alles wat je altijd al wilde weten over Internet – De Vier Windstreken
Wie heeft het internet uitgevonden? Hoe komt het dat het internet zo veel weet? Kun je cookies eten? Ben ik een ander iemand op het internet? Op deze en nog 66 andere vragen van kinderen geeft WWW.wat? antwoord. Zo leren kinderen hoe en waarom het internet is ontstaan, wat je op het internet kunt doen en hoe je veilig kunt surfen. Met bijzondere foto's van fotokunstenaar Jan von Holleben. Hij zet kinderen op de foto en gebruikt daarbij kleurrijke achtergronden en herkenbare voorwerpen, zoals speelgoed en snoep. Zo worden abstracte begrippen inzichtelijk en laat hij op een grappige manier zien hoe opwindend en veelzijdig het internet is. - Een boek dat thuis en op school het gebruik van internet goed bespreekbaar maakt.

2) Enkhuizer Almanak 2018 – Diverse auteurs – Enkhuizer Almanak B.V.
De Enkhuizer Almanak is een kleine almanak die jaarlijks verschijnt. De almanak bevat informatie over het komende jaar, zoals een uitgebreide kalender met feestdagen en markten, astronomische gegevens (opkomsttijden van zon en maan, tijdstippen van eb en vloed) en weersvoorspellingen. Daarnaast staan er ook algemene zaken in, zoals volksvertellingen en weetjes en andere vormen van folklore. De Enkhuizer Almanak verschijnt al eeuwen, maar wordt sinds 1992 weer in Enkhuizen uitgegeven. De almanak verscheen mogelijk voor het eerst in 1595, maar er zijn geen exemplaren van rond die tijd bewaard gebleven.

3) Enkhuizer Kinder Almanak 2018 – Diverse auteurs – Enkhuizer Almanak B.V.
Een leuke agenda voor het hele jaar vol met weetjes over het weer, het water, de planeten, de kalender, spannende verhalen, puzzeltjes, tips voor lekker koken en veel doe-dingen.

4) De meisjeskleedkamer – Karen Connelly – Roman – Querido
Seks. Dat is het enige wat ontbreekt in het drukke maar gezegende leven van Eliza Keenan, moeder van twee zoontjes, gelukkig getrouwd met een hoogleraar in de wiskunde en mede-eigenaar van de chicste bloemenzaak van Toronto. Want wie heeft er tijd of energie voor seks tussen alle dagelijkse verplichtingen door? Tot Eliza op een dag een prachtige jonge vrouw in de meisjeskleedkamer van het zwembad bespiedt. De relatie die al snel tussen hen ontstaat doorbreekt veel taboes en brengt niet alleen Eliza's eigen veilige bestaan in gevaar, maar ook dat van haar gezin en haar minnares. Maar de lichamelijkheid is zo alomvattend, zo intiem, zo eerlijk – die kan toch onmogelijk slecht zijn?

5) Krimp – Justine le Clercq – Roman – Podium
Lina Hersenvoort bereidt zich voor op de tachtigste verjaardag van haar vader, die in Den Haag een befaamd Frans restaurant runt. Ze kan inmiddels prima overweg met het leven. Maar terwijl ze bezig is met de feestelijkheden, dringen herinneringen en schuld zich toch weer op. En dit keer is het eten van kalfshersenen niet voldoende om haar woede te stillen. Met haar eigen, doorleefde stemgeluid besluipt Justine le Clercq de diepgewortelde agressie van Lina. Komt die voort uit plezier, sensatie of ligt er iets anders aan ten grondslag? Krimp is een huiveringwekkende zoektocht naar de oorsprong van vrouwelijk geweld.

6) Ik kan er net niet bij – Sander Verheijen – Persoonlijk relaas - Harper Collins
'Elke strohalm is er één. Elke strohalm is van ons.' Sander is de vader van Willem en Maurits. De een werd geboren met een zware hersenbeschadiging, de ander heeft autisme. In Ik kan er nét niet bij vertelt hij het hartverscheurende verhaal van zijn eerste jaren als vader van deze bijzondere tweeling. Hij schrijft openhartig over zijn persoonlijke ontdekkingstocht naar het vaderschap, over de tegenslagen die het gezin treffen, maar ook over de blijdschap als een van de jongens een mijlpaal bereikt, over hoe ze knokken en relativeren en bovenal hoop houden. Ik kan er nét niet bij is een ontroerend, maar vooral hoopvol en humoristisch boek.

7) Een basis over de grens – Louis Krüger – Roman – Bint
Met zijn zevenen trekken ze door het vreemde, mysterieuze landschap van Mozambique. Zeven infanteristen, gestuurd vanuit Zuid-Afrika met de opdracht een vijandelijke basis uit te schakelen. Je hebt de kinderlijke, wankelmoedige radioman Rot, de armoedige Jinx, N'Tembi de tolk, de grote en zwijgzame Grog, de gelovige Louch die vecht tegen een groeiende waanzin, Konrad geobsedeerd door vernietiging. De zevende is hun ontbindende bevelvoerder Stanley. Met zijn zessen dragen ze het lijk. De geest van de gestorvene gaat met hen mee. Het wordt voor hen allemaal een overlevingstocht. Ze strijden niet alleen tegen de vijand, maar ook tegen de boosheid en de angst van binnenuit, die soms sterker is dan de angst voor het woud waar ze doorheen dwalen. Dit spannende verhaal gaat over de grens tussen leven en dood. Het is een verhaal met verschuivende perspectieven en inzichten. Een oorlogsroman waarin verlossing meer centraal staat dan geweld.

8) Persoonlijk leefstijlplan – Richard de Leth – Voor een gezond en gelukkig leven – Bertram + de Leeuw
Investeer in jezelf. Richard de Leth helpt je met dit boek jouw gezondheid te versterken. En hij legt uit hoe je een gelukkiger en waardevoller leven kunt leiden. Naast zijn filosofie over een gezonde leefstijl, behandelt hij ook onderwerpen als zingeving, gedrag en mindset. Met zijn Persoonlijk lefstijlplan heeft De Leth een methode ontwikkeld waarmee iedereen 'op maat' de regie over zijn of haar eigen lichaam en leven krijgt. Het boek Persoonlijk leefstijlplan, voor een gezond en gelukkig leven biedt: * Inzicht in de noodzaak te 'investeren in jezelf' * De vier belangrijkste gezondheidspijlers: voeding, beweging, ontspanning en mindset * Tien leefstijlregels waarmee je direct aan de slag kunt * Het frame voor een Persoonlijk leefstijlplan.
Richard laat je voelen en inzien dat je weer eigen baas over je lichaam en gezondheid kan worden' - James en Laurentine Colquhoun

9) Het volle leven - Marten Toonder – Alle korte verhalen – Klaas Driebergen
Marten Toonder was een veelzijdige verhalenverteller. Vertellen deed hij door middel van zijn magistrale stripoeuvre over heer Bommel en Tom Poes, maar bijvoorbeeld ook via talloze andere strips, cartoons en tekenfilms. En in de jaren veertig en vijftig schreef hij meerdere korte verhalen. Deze verhalen tonen de verbeeldingswereld van Toonder in de volle breedte: van avonturenverhalen die zich afspelen in exotische oorden als Latijns-Amerika, via dierenfabels à la Fontaine, tot magisch realistische vertellingen en kolderiek nonsensproza. Met deze uitgave verschijnen al deze korte verhalen voor het eerst bij elkaar in één boek. Inclusief een niet eerder verschenen verhaal: ‘De laatste dans’. Een deel van de verhalen is tevens door Toonder zelf geïllustreerd. De samenstellers zijn Toonderkenners Dick de Boer en Klaas Driebergen. Dick maakte samen met Loek Donders het boek De tekentafel wiebelde een beetje: De beginjaren van Marten Toonder 1933-1943. Klaas schreef eerder Bommel en Bijbel en het Schrijversprentenboek Marten Toonder: Een dubbel denkraam. Samen bundelden zij ook de gedichten van Toonder in Nu is de moen gevangen: Alle poëmen van Marten Toonder.

10) Gewone deugden – Michael Ignatieff – Samenhang in een verdeelde wereld – Cossee
Michael Ignatieff bezocht de Braziliaanse favela's, de Zuid-Afrikaanse en Zimbabwaanse townships, Japanse boeren, gangs in Los Angeles en monniken in Myanmar om te onderzoeken welke morele deugden mensen over de hele wereld delen. Terwijl de globalisering de wereld-
bevolking economisch verbindt, rijst de vraag of ook onze waarden steeds meer overeenkomen. Zijn universele mensenrechten inmiddels een wereldwijd gedeelde moraal geworden? Op zoek naar antwoorden bezocht Michael Ignatieff in drie jaar tijd acht landen. In zijn onderzoekend essay laat hij zien dat dagelijkse deugden als tolerantie, vergevingsgezindheid, vertrouwen en veerkracht samen een moreel kompas vormen, zowel in kosmopolitische metropolen als in achterstandswijken. Deze kernwaarden stellen het lokale belang boven het universele, en
de wensen en verlangens van de eigen groep boven die van vreemden. Ignatieff toont ons dat deugden niet theoretisch of ideologisch gefundeerd zijn. Deugden kunnen verdeeldheid zaaien, maar ook zorgen voor verbinding of verzoening, zowel op lokaal, landelijk en internationaal niveau.

11 ) Mijn Amerika – Mart Smeets – Reisverhalen - De Kring
Op de dag dat president John F. Kennedy werd doodgeschoten, 22 november 1963, begon voor de 16-jarige Mart Smeets een levenslange fascinatie voor Amerika. Zijn werk als sportjournalist bracht hem de 54 jaar erna vaak in het land. Veel van zijn ervaringen op het gebied van muziek, sport, politiek, kunst, geschiedenis, eten, reizen, hotels en het eeuwige racisme belandden in Mijn Amerika. Smeets neemt de lezer mee naar het Memphis van Elvis Presley, het Texas van de oud-Nederlands-elftalkeeper Jan van Beveren, het Murfreesboro waar zijn zoon Tjerk honkbalde, zijn lievelingsmuseum en -restaurant, zijn favoriete platenzaken, zijn mooiste stadionherinnering. Hij bezoekt oude bekenden en beschrijft de carrière van de uit Polen geïmmigreerde footballcoach Mike Ditka, de vleesgeworden American Dream. Hij is lyrisch over de US80 van Salt Lake City naar Park City, waar hij overigens zeer kort Robert Redford ontmoette (en hoe). Hij leert ons over Martin van Buren, de achtste president van de USA (die thuis in Kinderhook gewoon Nederlands sprak), en over de mormonen, de Yankees, de cola-oorlog en 'Southern Comfort'. In alle bijzondere, bruisende en bovendien informatieve verhalen spuit Mart Smeets ook zijn ongezouten mening over Amerika en de Amerikanen, het land waarmee hij een lichte haat-liefdeverhouding ontwikkelde en dat nooit stopte hem te verbazen. Mart Smeets (1947) werkte van 1974 tot 2016 voor Studio Sport. Nu werkt hij o.a. voor Een Vandaag Radio en voor Ziggo Sport en schrijft hij, naast boeken, diverse columns.

12 ) Onderuitgehaald – Loes den Hollander – Thriller – De Crime Compangie
Het gezin Fortuin, vader Fokke en dochters Wieke en Sigrid, heeft al zware stormen moeten doorstaan als Freddy, de tweede vrouw van Fokke en de stiefmoeder van zijn dochters, verdrinkt in het zwembad bij hun vakantiehuis. Ze maken de afspraak te zwijgen over de ware toedracht van het ongeluk. Maar zeven jaar na die verschrikkelijke nacht wordt duidelijk dat iemand die twijfelt aan hun verhaal de waarheid wil achterhalen. Ongeacht welke prijs daar voor betaald moet worden.

13) De twaalf dagen met Kerstmis – William Morris en Liz Catchpole – Kerstmoment – Christofoor
Twaalf dagen kerst is een verbazingwekkend boek, met prachtige patronen van graficus William Morris en Charles Voysey. Vol van ritmische taal die je zowel kunt spreken als zingen. De tekst is uit het Engels vertaald door zanger, componist en tekstdichter Jan Rot. ‘ Op dag één deze Kerstmis gaf lieveling aan mij ...een patrijs in een perenboom. Op dag twee deze Kerstmis gaf lieveling aan mij.........’ Het is het perfecte kerstcadeau voor ieder die van kunst, ritme en design houdt.

LEKER LUI LIGGEN LEZEN IN DE DONKERE DECEMBERDAGEN