21-11-2016

HET DEELERWOUD - WILD EN BIJSTER LAND

 

Een bijster goed kijk- en leesalbum heb ik voor u, dat een rijg oord onder handbereik in de schijnwerpers zet. Anders gezegd: een oogstrelend en meeslepend boek leg ik voor u neer dat een brok natuur op de Veluwe majestueus verbeeldt en wervelend verwoordt. Het gaat om de 318 bladzijden tellende, van meet tot finish kleurrijk geïllustreerde hardcover Het Deelerwoud – Wild en bijster land samengesteld door Martien Frijns en Machiel Bosch en uitgegeven door AFdH en Vereniging Natuurmonumenten Zuidwest-Veluwe. Eigenlijk behoeft deze schitterende ode aan de ongerepte en gerepte natuur tussen Apeldoorn en Arnhem geen nadere aanbeveling bij u, want hoe vol lof was u met mij in 2013, toen de oudere zus verscheen. Ik heb het uiteraard over de boeiende bestseller Planken Wambuis - Wild en bijster land onder redactie van Paul Abels e.a. Omdat u de opzet en de aanpak van Frijns en Bosch dus kent, volsta ik  met een kenschets van het Deelerwoud zoals ik die gaf aan mijn kids met wie ik vooral fietsend het gebied verkende en met een greep uit het eerste stuk Wild en bijster van onze Martien Frijns.

Voor ik ga citeren wijs ik u op wat platen die echt oogstrelend zijn.
Uitzicht op de Hoge Veluwe, zoelplek voor wilde zwijnen, damherten in het woud, Hooglanderstier neemt stofbad, smeltwaterdal, meerstammige Amerikaanse eik, grofwildraster langs landbouwenclave, stapels stammen, berkenzwam op een berkenstam, slagboom bij de ingang Deelen, hertenwissel naar zweefvliegveld Deelen, malina in de zomer en winter 2016 bij de Sloten. Dit album is een lust voor het oog en een streling van het gemoed, ook thuis op de bank!

Ik pikte voor mijn zoons van Wikipedia o.a. ‘ Het natuurgebied van Natuurmonumenten bestaat uit typisch Veluws bos- en heidegebied op voormalig stuifzand. Het centrale bosgedeelte (400 ha) bestaat uit grove den, gemengd bos en oud eikenhakhout met een rijke ondergroei.
In het zuiden van het gebied komen uitgestrekte heidevelden voor, met planten als gaspeldoorn, rode bosbes en breedbladige wespenorchis. De heide wordt begraasd met Herefordrunderen en Schotse Hooglanders.
Andere zoogdieren die in het gebied voorkomen zijn edelhert, damhert, ree, wild zwijn, vos en boommarter. Er broeden diverse roofvogels, raven en drie soorten spechten: de grote bonte, de groene en de zwarte specht. Op de heidevelden broeden nachtzwaluw,wulp, veldleeuwerik, roodborsttapuit en geelgors. Ook leven hier hazelworm, adder en zandhagedis. Sinds 2001 mag er niet meer op damhert en edelhert gejaagd worden in het natuurgebied. Hierdoor zijn de aantallen grofwild flink toegenomen. De kans dat men wild treft in het gebied is hierdoor groter dan in andere gebieden waar wel gejaagd wordt.’

Martien Frijns: Planken Wambuis – Wild en bijster land verscheen in 2013. In dit boek staat dit natuurgebied aan de rand van de Veluwe centraal. Machiel Bosch, natuurbeheerder bij Natuurmonumenten, wilde van meet af aan nog een boek maken. Daarin moest het Deelerwoud centraal staan. In het eerste boek wandelden Machiel Bosch en ik zeven maal in Planken Wambuis. Deze wandelingen bevielen ons zo goed dat wij voor het Deelerwoudboek dezelfde werkwijze kozen. Zes wandelingen en drie gesprekken later ligt het boek voor u waarin allerhande thema’s de revue passeren zoals de ‘100%-wildgarantie’, geluidshinder, ‘lerend beheren’, fauna versus flora, de Amsterdamse Waterleidingduinen, de Oostvaardersplassen, de herten in de runderkudde, het vluchtelingenkamp Heumensoord, de klimaatverandering, de heremietkreeft en de zeeanemoon, de exoot als vluchteling, charismatische relaties in de natuur, safari-joggen, de Hooglander en het Heck-rund, de raaf en de uil, rewilding, natuur in de oksels van de snelwegen, et cetera.

Voor een goed begrip van dit boek zijn twee wereldgebeurtenissen te belangrijk om onvermeld te laten. Dertien december 2015 sluiten 195 staten in Parijs onder toeziend oog van de Franse president Hollande, de secretarisgeneraal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon en andere wereldleiders een klimaatakkoord met als belangrijkste doel de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 à 2 graden. De burgeroorlog in Syrië woedt al jaren, met een enorme vluchtelingenstroom tot gevolg waar ook Nederland en zijn buren mee te maken krijgen. Grote groepen vluchtelingen uit Syrië, Irak, Afghanistan en Eritrea zoeken een veilig heenkomen in West-Europa. Deze laatste ontwikkeling wordt bij Natuurmonumenten en speciaal bij de beheereenheid van Machiel Bosch letterlijk voelbaar als half september 2015 op ministerieel niveau wordt besloten 3000 vluchtelingen tijdelijk in Heumensoord bij Nijmegen te huisvesten. Machiel Bosch beheert behalve het Deelerwoud ook dit natuurgebied. De vluchtelingen worden acht maanden in dit kwetsbare terrein ondergebracht dat tevens winningsgebied van drinkwater is. Eind augustus 2016 is het kamp weer leeg, het natuurgebied hersteld, en de rust weergekeerd.

Met deze gebeurtenissen in het achterhoofd wandelen Machiel Bosch en ik vanaf december 2015 achtereenvolgens met Michiel Purmer, Clemens Driessen, Jeroen Bosch en Piet van Merrebach in het Deelerwoud. Philip Peletier, zoon van W.P. Peletier, de man die het Deelerwoud in 1967 aan Natuurmonumenten verkocht, bezoeken we een vrijdagochtend in zijn Noorse huisje vlakbij Hoenderloo. Samen met zijn broers, zus en moeder beheert hij landgoed Hoog Deelen. De wandelingen en de gesprekken resulteerden in tien hoofdstukken en een epiloog. Gerrit Breman, Jeroen Bosch en Michiel Purmer schreven elk een eigen hoofdstuk.

Gerrit Breman verdiepte zich in de ingewikkelde overgang van markegrond naar grootgrondbezit die het Deelense Veld (met onder andere het Deelerwoud) vanaf het midden van de negentiende eeuw heeft ingekleurd. Michiel Purmer behandelde de unieke en landelijk spraakmakende verwervingsactie van het Deelerwoud in 1967. Jeroen Bosch en Marcel Bakker vertellen het verhaal over de boring in het Deelerwoud die na de heidebrand in 2014 op de Veluwe plaatsvond. En dan zijn er de vier wandelingen die we met Clemens Driessen, filosoof en universitair docent in Wageningen, maakten. Hoe meanderend de wandelingen ook zijn, het faunabeheer duikt telkens weer op. Vroeger jaagden we op dieren omdat we honger hadden, later omdat ze schade aan de akkers en de gewassen van de boeren toebrachten. Nog weer later vonden we het een leuk en plezierig tijdverdrijf en konden we er goede sier mee maken. Tegenwoordig denken we in termen van balans en evenwicht. De ecologische doelstellingen die we nastreven zijn wettelijk verankerd. Het voorkomen van ecologische en economische schade speelt hierin een belangrijke rol.

Het Deelerwoud. Soms rijd ik over de A50 van noord naar zuid en kijk opzij en zie het raster vlak achter de vangrail en denk: wat een ruim bos. Soms meen ik de schim van een hert tussen de bomen te zien. Een eindje verderop worden de zweefvliegtuigen van Terlet met een lier de lucht ingeslingerd. Ze cirkelen boven het Deelerwoud en ik vraag me af of het iets uitmaakt: het landschap vanuit de lucht zien, vanuit de auto, al wandelend, alleen, of met een vriend. Na de laatste wandeling met Clemens Driessen vertelt Machiel Bosch dat hij enkele weken later in zijn eentje van Vancouver naar Yellowknife in de North West Territories fietst. Een plek die hij toevallig op Google Maps vond. Hij hoopt vurig beren te zien. Twee dagen later wandel ik opnieuw, ditmaal met een vriend, in het Deelerwoud. We beginnen de wandeling in het noordoosten bij de Lebretshoeve. Het regent pijpenstelen. Een uur later is de regen voorbij en komt de zon tevoorschijn. De straffe wind blaast de wolken uiteen. Het bos druppelt urenlang na. Deze zondagmiddag zien we veel dam- en edelherten. We zien geen reeën maar wel enkele wilde zwijnen op een grasveldje, verscholen achter de bomen in een bosje. Het is een broodmagere moeder met haar jongen. Vanzelfsprekend ontbreken de immense Hooglanders niet. Na afloop is de vriend stomverbaasd dat we amper mens, volop natuur en nog veel meer wilde dieren hebben gezien.
Was hetgeen wij zagen het resultaat van de stoere keuze die Natuurmonumenten vijftien jaar geleden maakte: geen wilde dieren meer afschieten? Of is het niet meer dan een tijdelijke oprisping? De druk om het jachtgeweer opnieuw uit het foudraal te halen, neemt toe, en de discussies hierover worden zowel binnen als buiten Natuurmonumenten regelmatig gevoerd. Waar hebben we het eigenlijk over? Op ruim honderdvijftig meter onder het Deelerwoud liepen 1,5 miljoen geleden zuidelijke mammoeten, bosolifanten, makaken, tapirs, herten, mastodonten en hyena’s rond. Recenter – ruim 3000 jaar geleden – liepen er al damherten in de Lage Landen rond. Tegenwoordig is de kans heel groot dat wij dam- en edelherten tijdens een wandeling in het Deelerwoud tegenkomen. Welke wilde dieren kunnen we over tien, honderd of driehonderd jaar in het Deelerwoud aantreffen? Wat zijn de ontwikkelingen? Hoe ziet het woud van de toekomst eruit?’
 

ODYSSEE

 

Een relaas gegrepen uit de familie van een beroemd en berucht schrijver,  dat zijn roots en komaf oprakelt. Ooit las ik zijn debuut in de jaren zestig en nog weet ik hoe in de ban geraakte van zijn thema en taal. Zoveel jaar na de eerste kennismaking is daar nu zijn doopceel en geloofsbrief. Het gaat om de 288 bladzijden tellende paperback Odyssee van Jan Cremer en van De Bezige Bij met de ondertitel ‘Fernweh’.  Beide titels vullen elkaar, want ze staan voor ‘lange zware zoektocht’ en ‘verlangen naar het onbekende’. Jan Cremer, met geboortejaar 1940, behoorde vooral in zijn jonge jaren tot de realistisch schrijvende romantici; een ruig soort realisme vermengd met jongensdromen. Ik citeer uit Ik probeer mijn pen… ‘Dat geldt ook voor de boeken van de schilder Jan Cremer, wiens Ik Jan Cremer (1964),dank zij de vrijmoedigheid waarmee Cremer over zijn sterke staaltjes als bed- en motorartiest schreef, en de publiciteit eromheen, een ongekend succes werd; in twee jaar tijd een oplage van 300.000 exemplaren en vertalingen in vele talen. Niet ideeën zijn voor hem belangrijk, maar ervaringen, en aan de gevestigde orde heeft hij lak. In feite zijn de boeken van Cremer schelmenromans waarin de fantasie aanvult wat de werkelijkheid niet geeft en dat in een directe, onliteraire taal. Cremers verdienste als schrijver is dat hij zijn ogen niet in zijn zak heeft maar gebruikt om nieuwe werkelijkheden te veroveren, Dat heeft hij in veel reportages over reizen laten zien.’ Wikipedia zegt het zo: ‘Cremers literatuur en beeldende kunst vertonen opvallende overeenkomsten. Beide richten zich op het zich losmaken van traditionele esthetiek en eeuwenoude culturele bagage, zoals de volgende citaten illustreren: ‘Ik lees niet, ik word gelezen’ en ‘Rembrandt? Wie is dat? Ik heb geen verstand van sport.’Beide citaten onthullen zijn vermogen tot choqueren of op zijn minst aandacht trekken en zichzelf verkopen als een lefgozer met bewijsbaar talent: cultuur als een last ervaren past in dit plaatje.

Met name Ik Jan Cremer, maar ook zijn 'peinture barbarisme', vergelijkbaar met die van Karel Appel hebben een grote schok door de maatschappij doen gaan. Acties als het hangen van een kaartje van fl 1.000.000,- aan een schilderij (hij was toen slechts 18 jaar) en het luid toeterend langs het boekenbal crossen hebben hem tot enfant terrible van de Nederlandse beeldende kunst en literatuur gemaakt. De literaire relevantie van Cremers werk is vooral belichaamd in Ik Jan Cremer. Centraal daarbij is de bevrijding van de idealen van de jaren 50. Het is een voorbode van de vrije seks en wilde jaren 60. Dit verklaart waarom Cremer ook buiten Nederland veel gelezen werd. Ook dit leverde kritiek op. Over het boek werden Kamervragen gesteld, het werd fascistisch genoemd en voetbalvandalen werden beschuldigd van ‘Jan Cremerisme’. Cremer zelf werkte hier flink aan mee, omdat hij er de commerciële mogelijkheden van zag.’ Toen een ijverige politieman in Hengelo begin 1964 exemplaren van Ik Jan Cremer in beslag nam, verschenen in enkele dagbladen steunbetuigingen van bezorgde ouders.
Ze bleken alle te zijn geschreven door Jan Cremer. Vanaf 1970 weet Cremer zijn werk te combineren met zijn reis- en zwerflust. Zes maanden per jaar reist hij, de andere maanden verdeelt hij zijn tijd tussen schrijven en schilderen. Vele van zijn reizen zijn een reconstructie van de trektocht van de Hunnen onder Attila en de Mongolen onder Djenghis Khan. Met deze volkeren voelt Cremer zich sterk verwant, ook voordat een genealoog ontdekt dat hij langs moederskant zelf uit Mongolië stamt.

Met bovenstaande wil ik vooral zeggen dat Cremer spraakmakend was in zijn tijd. Dat hij ook nu nog veel te zeggen, veel op zijn lever heeft, gaan wij de komende weken op heterdaad betrappen. Wij trekken dan door zijn Odyssee. Als bagage voor onderweg geef ik u de tekst van de omslag en de eerste twee van zijn 153 stukken die zijn zoektocht naar het eigen verleden vormen. Om u helemaal Cremers proza in te trekken geeft ik eerst de drie koppen uit resp. de Volkskrant, NRC en Trouw. De Volkskrant:‘Het unieke geluid van Jan Cremer moeten we koesteren. Uit de nalatenschap van zijn bijzondere ouders heeft hij flitsende verhalen gedestilleerd’, NRC:  ‘Alles bepalend was de uithuiszetting die de vijfjarige Jan meemaakte in 1945. Zijn Odyssee is een bij vlagen ontroerende Vatersuche van een man van 76’ en Trouw:
‘Wat als je vader er nooit was? Een memoir laat navoelen dat je juist een afwezige vader moeilijk loslaat’. Uw interesse zal nu al gewekt zijn.

De uitgever: ‘Al een halve eeuw probeerde Jan Cremer te achterhalen wat zijn werkelijke, altijd voor hem verzwegen, familieachtergrond is.
Hij wist dat hij een vader had die gevangenzat in het web van Fernweh, het verlangen naar de verten. Een gevoel dat hem steeds verder van huis en haard verdreef en hem in 1937 in Boedapest bracht, waar hij de dan negentienjarige eigenzinnige balletdanseres Rozsá Csordás Szomorkay ontmoette, die Jan Cremers moeder zou worden. Pas in 2011, met de vondst van nagelaten papieren, komt Cremer meer over zijn achtergrond te weten. In een ingetogen stijl onderzoekt hij de oorsprong van het roerige en dramatisch verlopen leven van zijn ouders. Odyssee is een fascinerend boek, dat een fel en meedogenloos licht werpt op het Nederland van voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.’ Ik geef nu integraal de stukken 1 en 2 aan u door, u zult dan zeker ook vaststellen dat Cremer heel toegankelijk, rechttoe rechtaan schrijft.

Jan Cremer: ‘Bij het opruimen van de koffer met nagelaten papieren van mijn moeder krijg ik een opgevouwen, deels gekreukeld, de randen gerafeld, stuk papier in handen. Het is het ‘Shell-verkeersspel’, een voor de oorlog door de benzinemaatschappij uitgegeven soort ganzenbordspel, en met dat vel papier komen ook de herinneringen. Hoe mijn moeder en ik dat spel speelden, uitgevouwen op tafel, verlicht door het flakkerende vlammetje van de carbidlamp en later onder de schemerlamp, als er een paar uur elektrisch licht was. Het was oorlog.
Op de achterkant ontdek ik enkele door de jaren heen vervaagde potloodtekeningen. Een moeizaam getekend hakenkruis, blijkbaar behorend tot het straatbeeld van de Emmastraat, maar ook mijn eerste handtekening. Mijn naam. Mijn moeder schrijft het voor in haar sierlijke handschrift en ik doe haar na. Moeizaam in stokkende hanenpoten. Daar staat voor het eerst en voluit mijn naam geschreven.

Door mijzelf! Ik moet zo’n tweeënhalf geweest zijn. Maar dan zie ik mijn eerste tekening. De tekening die ik kort na mijn vaders begrafenis heb gemaakt. Ik moet even wennen. Plotseling ben ik weer terug in de Emmastraat, december 1942. Ik zie twee figuren, moeder en kind, mijn moeder en ik, met een schep in de hand waarmee zand in het graf werd gestrooid. Dan zie ik de kist waar mijn vader in ligt, zijn eeuwige hoed op. Dat moet ik me dus van hem hebben herinnerd: die hoed. De kist is versierd met twee vlaggetjes aan weerskanten. De deksel van de kist heeft zes raampjes. Venstertjes met gordijntjes ervoor. Ik herinnerde me bij het zien ervan, zestig jaar later, dat mijn moeder me had verteld dat mijn vader mij zo altijd vanuit de hemel kon zien. Links van de kist staat een buiten proporties grote doodgraver met uitgestrekte armen dreigend in het zwart, die moet op mij de meeste indruk hebben gemaakt. Rechts staat een politieagent met getrokken pistool. De agent die altijd voor de deur van de ziekenhuiskamer van mijn vader was gepost, wachtend op zijn herstel. Maar de politieagent lacht. Omdat die van z’n taak verlost is misschien, eindelijk van Cremer af is.

Wie was Cremer eigenlijk, de man die mijn vader is, de ontdekkingsreiziger zoals ik hem ken. Ik wil nu eindelijk eens weten waar ik vandaan kom. Wie was mijn moeder. Jarenlang dacht ik het wel te weten maar na haar heengaan in 2001 verdwaalde ik steeds verder in het woud van geheimzinnigheid. Waren deze mensen die mij op de wereld hebben gezet zulke bijzondere persoonlijkheden of is de mythevorming – vooral als het mijn vader betreft – steeds meer een eigen leven gaan leiden. Valt de geheimzinnigheid achteraf bezien wel mee. Al een halve eeuw probeer ik erachter te komen wat mijn werkelijke familieachtergrond is. Het verleden is een in elkaar verstrikte knoop versleten veters, die je er een voor een uit moet pulken. Maar steeds als ik er een paar uiteen heb gehaald raken ze weer in de knoop. Uit die alsmaar borrelende krater van mijn herinneringen, de vele uren gesprekken die ik door de jaren heen gevoerd heb met mensen die mijn vader en moeder ‘van dichtbij gekend’ hebben, de talloze archiefdozen, de Nederlandse, Duitse en Hongaarse militaire registers, dossiers en rapporten die ik heb doorgeploegd, in binnen- en buitenlandse bibliotheken, nationale archieven – al dan niet geheim – probeer ik de ingewikkelde afkomst van mijn familie, zowel van vaders- als van moederskant te achterhalen. Ik vrees dat het verhaal over mijn afkomst altijd onvolledig zal blijven. Want waarom sta ik nog steeds voor gesloten poorten, word ik geconfronteerd met verdwenen archieven, zijn de dossiers waar ik achteraan zit niet meer ter inzage wegens brand- en waterschade. Waarom duurt het soms jaren voor ik antwoord krijg op de meest eenvoudige vragen. Zijn dossiers op last van hogerhand plotseling ‘geschoond’ en wordt dat na veel aandringen pas gemeld. Al in de jaren zeventig was ik hieraan begonnen maar ik stuitte steeds op een muur van onduidelijkheid. Mensen die beweerden dat ze mijn vader goed gekend hadden haakten plotseling en zonder redenen af of kwamen niet opdagen op afspraken. Weer anderen – familieleden meestal – wilden alleen met mij praten als ik plechtig beloofde er niet over te schrijven. Vroegere collega’s van hem, oud-journalisten, beweerden door de telefoon hem niet te kennen maar belden na kantoortijd anderhalf uur lang om over Cremer te vertellen. Ikzelf heb mijn vader amper gekend. Hij stierf toen ik twee was. Ik probeer een zo correct mogelijk portret van mijn ouders te reconstrueren maar besef tegelijkertijd dat het onvolledig is en op een paar punten misschien niet hoeft te kloppen. Ik ben geen historicus. Tot aan mijn meerderjarigheid was ik Rijkspupil. Begin 2000 doe ik herhaalde pogingen om mijn dossier bij de Raad van de Kinderbescherming te lichten. Daar moet ook veel over mijn familie in staan. Eerdere pogingen in de jaren daarvoor zijn mislukt onder het mom van geheimhouding en bescherming van getuigen. Ik wil weten wie er over mij jarenlang gerapporteerd heeft, wie ons heeft bespioneerd, ons heeft verklikt. Dat moet een halve meter dik dossier zijn. Nu is het ook weer wachten op antwoord. In 2004 krijg ik eindelijk bericht als ik de rechtbank in Almelo ingeschakeld heb. ‘Dossiers 1956/193’ zijn, zonder medeweten van de directeur van de Raad voor de Kinderbescherming, op oekaze van een hoge ambtenaar op het ministerie van Justitie onmiddellijk na mijn verzoek vernietigd. Waar waren ze daar zo bang voor? Dat ik er misschien over ging schrijven?

 

DICHTERS UIT DE BUNDEL

 

Nog geen stonde terug reikte postman Ruud mij een vuistdik boek en nu al wil ik van het bestaan ervan bij u gewag maken. Omdat het van meet tot finish een streling van het gemoed is, op voorwaarde dat u - om met Vestdijk te spreken - glanzende kiemcellen weet te waarderen. Het gaat mij nu en komende weken om de 656 bladzijden tellende paperback Dichters uit de bundel samengesteld door Chrétien Breukers en Dieuwertje Mertens en uitgegeven door Marmer met de ondertitel ‘De moderne Nederlandstalige poëzie in 400 gedichten’. Op de omslag leggen de samenstellers de titels van hun bloemlezing uit. Ik reik hun credo, geloofsbrief, doopceel aan u uit maar eerst dit. In en sedert mijn jaren van student en leraar zingen gedichten en versregels door mij heen. Die poëtische klanken hebben zich losgezongen van hun bundels en sterken mij in het bestaan op deze aardkloot. Ik pluk versregels uit Dichters uit de bundel die in mij voortleven. Ik behoor tot de oudere generatie en wandel door deze selectie die start bij de jaren 1890-1900 en eindigt bij 2010-2015.

Klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten – Jacques Perk Een nieuwe lente en een nieuw geluid – Herman Gorter Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten – Willem Kloos Zing op! Zing op! ten Kate! – Frederik van Eeden Goede Dood wiens zuiver pijpen – P.C. Boutens Om mijn oud woonhuis peppels staan – J.H.Leopold Laten wij zacht zijn voor elkander, kind- A. Roland Holst Domweg gelukkig, in de Dapperstraat – J.C. Bloem Wij stonden in de keuken, zij en ik – Martinus Nijhoff Dag ventje op de fiets op de vaas met de bloem ploem ploem – Paul van Ostaijen ‘k Ben Brahman. Maar we zitten zonder meid – J.A. der Mouw Denkend aan Holland zie ik brede rivieren – H. Marsman Alleen in mijn gedichten kan ik wonen – J.J. Slauerhoff Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen – Jan van Nijlen Ambrosia, wat vloeit mij aan? – Jan Engelman Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad Staan wetten in de weg en praktische bezwaren – Willem Elsshot Liefste, de oorlog is nog niet begonnen – Bertus Aafjes Mijn God, maak mij het sterven licht – Jan Campert Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek! – Anton van Duinkerken Den Haag, stad, boordevol Bordewijk – Gerrit Achterberg De bus rijdt als een kamer door de nacht – M. Vasalis Te Middelharnis is een kind verdronken – Ed. Hoornik Ik ben de blauwbilgorgel – C. Buddingh’

Ik ben al citerende gekomen in Dichters uit de bundel gekomen tot het tijdsgewricht 1940-1960. Een volgende keer pluk is versregels die het etiket ‘moderne’ meer verdienen. Een snelle gang door de overige 56 bladzijden leerde mij overigens dat bij andere minnaars van de poëzie andere versregels zullen blijven zingen.  Uiteraard is een keuze voor een bloemlezing selectief. Als ik het voor het zeggen had gehad was ‘Paradise regained’ van Marsman in de prijzen gevallen, want

Paradise regained
De zon en de zee springen bliksemend open:
waaiers van vuur en zij;
langs blauwe bergen van de morgen
scheert de wind als een antilope
voorbij.

zwervende tussen fonteinen van licht
en langs de stralende pleinen van 't water voer ik een blonde vrouw aan mijn zij, die zorgloos zingt langs het eeuwige water

een held're, verruk-lijk-meeslepende wijs:

'Het schip van de wind ligt gereed voor de reis, de zon en de maan zijn sneeuwwitte rozen, de morgen en nacht twee blauwe matrozen – wij gaan terug naar 't Paradijs'.

In mijn doen en laten als wethouder heb ik heel wat dichtregels losgezongen in mijn speeches die eenmaal onlosmakelijk ermee verbonden zijn. Dichters als Lucebert, Kouwenaar en Vinkenoog liet ik uit hun verzenbundels treden. Ik koester de gedachte dat door mijn toedoen hoorders van mijn babbels gedichten van dit trio in hun bundels gingen achterhalen. Ik kom nog bij u langs met Dichters uit de bundel. Voor ‘the time being’ de beloofde teksten van de omslag.

Marmer: In Dichters uit de bundel zijn de meest recente periode en de vernieuwingen van de hedendaagse Nederlandstalige poëzie in kaart gebracht. Ook laat deze bloemlezing zien hoe de dichter zich tegenwoordig steeds meer buiten de bundel profileert en welke weerslag dat heeft op de poëzie in het algemeen. Om tot deze bloemlezing te komen begaven de samenstellers zich op internet, op (poëzie)festivals en in lokalen waar de poetry slam wordt bedreven. Dichters uit de bundel is daardoor niet alleen een nieuw en eigenzinnig overzicht van de moderne en hedendaagse poëzie, maar toont ook de nieuwste 'hits'.

Deze niet-canonvormende bloemlezing bevat een overzicht van klassieke gedichten die de traditionele begrenzing van de (papieren) bundel negeren en op hun eigen wijze tot het nationale cultuurgoed zijn gaan behoren. Deze gedichten hebben zich los gezongen van het papier. Denk bijvoorbeeld aan 'een nieuwe lente en een nieuw geluid' (Gorter), 'voor wie ik lief heb wil ik heten' (M.Vasalis), 'de witte fuckende konijnen' (Els Moors) of 'soms moeten alle mannen gewoon even weg' (Ellen Deckwitz).

Fragment uit de inleiding van Mertens en Breukers:  ‘Wanneer heeft u voor het laatst een dichtbundel gekocht? In de boekhandel doen autobiografieën van voetballers, zoals Gijp van Michel van Egmond, of literaire thrillers van Saskia Noort, of semiliteraire erotische literatuur van E.L. James het goed. Literatuur en in ernstige mate poëzie zetten elk jaar minder om. Tegelijkertijd zijn de drukkosten lager dan ooit en werden er in 2016 voor de VSB Poëzieprijs toch maar weer 114 titels ingestuurd. De bundels worden grotendeels in kleine oplage van tussen de tweehonderd en vijfhonderd exemplaren gedrukt (om in aanmerking te komen voor een werkbeurs van het Nederlandse Letterenfonds is driehonderdvijftig exemplaren een minimum) en die wacht een eeuwig leven in de ramsj en uiteindelijk een tragische begrafenis in de oudpapierbak, zeker als de dichters à over een niet al te grote charitatieve familie en/of vriendenkring beschikken. Maar met die tragiek bent u, als poëzieliefhebber, allang bekend. Sterker nog: u bent er debet aan. Net zoals de dichters die deze tendens - onbedoeld - in gang hebben gezet, waarover later meer. (...) Waarom beginnen we met een (somber) verhaal over de status van de poëzie en over de verkoop van dichtbundels? Omdat dit verhaal illustreert hoe onbelangrijk een dichtbundel in wezen is (en dat illustreren wij weer door voor u honderden gedichten uit die bundels te halen). De poëzie is niet dood, maar de bundel is dood. Poëzie leeft volop buiten de bundel: online op Facebook en weblogs, op straat, in bloemlezingen en bovenal op podia, zoals De Nacht van de Poëzie, Dichters in de Prinsentuin, of Kunst- en Poëziefestival Watou.
 

’O KOM ER EENS LEZEN…


Met een knipoog naar Sints succesnummer ‘O, kom er eens kijken wat ik mijn schoentje vind’ geef ik u tien titels van jeugdboeken door, die het voor en na de jaardag van de goedheiligman goed zullen blijven doen. Bij uw kids en u!  Ik geef nu alleen de tekst van de uitgever op de omslag  integraal door met de aankondiging dat wij na de vijfde van december hier elkaar weer ontmoeten om de leeservaringen met elkaar uit te wisselen. De verhaaldraad kunt u dus nu al traceren. Overigens, de onderhavige uitgeverijen kent u via onze rubriek al jaar en dag.

1) Het verhaal van De gelaarsde Poes – Beatrix Potter en Ruentin Blake – De Vier Windstreken. Er was eens een lief, braaf zwart poesje... Tenminste, dat denkt haar baasje. Wat ze niet weet, is dat Kitty er 's nachts stiekem op uit gaat om te jagen! Helaas is onze harige vriendin geen erg goede jager en gaat er van alles mis tijdens haar strooptochten op het platteland. En dan ontmoet ze op een nacht de sluwste jager van allemaal: heer Vos! Met gastrollen voor Vrouwtje Plooi en een zeer bekend konijn in een blauwe jas (Pieter Konijn) is dit nieuwe, oude verhaal een feest van herkenning voor Beatrix Potter-fans!

2) Fantasia XI – Geronimo Stilton – De Duistere Driemaster -  De Wakkere Muis. In opdracht van koningin Florina gaat de Ridder zonder Vrees of Blaam de strijd aan met een mega-mysterieuze magiër die Florina van de troon wil stoten en de macht over Fantasia wil opeisen. Hij wordt geholpen door de piraten van de meedogenloze kapitein Staarthakker, die stad en land onveilig maken in hun vliegende Duistere Driemaster. Durf jij de reis aan? Met kras & ruik pagina's, 3D illustraties, 3D bril, spelletjes en veel piratenfeitjes Wil je alles weten over dit boek.
Kijk dan op fantasia11.nl

3) De vogels – Ted van Lieshout & Ludwig Volbeda – Leopold & Gemeentemuseum Den Haag. Twee standbeelden in de grote stad. Het een staat op het plein, het ander in het park. Ze kijken naar elkaar, maar kunnen elkaar niet bereiken. Ze worden verbonden door de vogels die heen en weer vliegen en die nu eens hier, dan weer daar neerstrijken. Elke keer met dezelfde boodschap: Hij houdt van je, het beeld op het plein. Ze houdt van je, het beeld in het park. De vogels laten zich door niets of niemand verjagen. Tot de beelden worden opgehaald en omgesmolten. Op een dag staat er een nieuw beeld op het plein… Ted van Lieshout beschrijft poëtisch een romance in brons. Ludwig Volbeda tekent even poëtisch de stad vol sculpturen, waarin de vogels een man en een vrouw in een kleine ballerina samenbrengen.

4) Een jaar in één dag – Met illustraties van Jessica Courtney-Tickle – Christofoor. Volg van het lichte ochtendgloren tot de ijzige zonsondergang een meisje en haar hond. Ze reizen samen in één dag door de lente, zomer, herfst en winter. De illustraties kun je steeds opnieuw bekijken, er is zoveel op te zien. Op elke bladzijde staat een muzieknoot en als je daar op drukt... komt het seizoen in klank tot leven met muziek uit ‘De vier jaargetijden’ van Vivaldi. Wat een verrassing! De meegeleverde batterij kan worden vervangen.

5) Het Zwanenmeer – Naar het libretto van het ballet van Tsaikovski met illustraties van Charlotte Gastalit – Christofoor. Dit boek met prachtig uitgesneden illustraties vertelt over de magische wereld van het beroemde ballet Het zwanenmeer. Hoe loopt het af met de prins, de zwanenprinses en de vloek van de verschrikkelijke tovenaar? Lees en blader in dit bijzondere cadeauboek. Je kunt door de ene bladzijde heen naar de volgende kijken. Het verhaal ontvouwt zich voor je ogen.Gelimiteerde oplage!

6) Sterren – Adam Ford – Een familiegids voor de nachtelijke hemel – Christofoor. De afmetingen van het universum zijn fascinerend. Je gaat erin op als je naar de sterren kijkt, naar het getwinkel en de patronen aan de hemel. In het boek Sterren vind je veel wetenswaardigheden, en ook hoe we daar achter zijn gekomen. Het gaat over de Big Bang, sterrenkraamkamers en de oorsprong van het leven op aarde. Dus ontdek waarom je het zonnestelsel niet op schaal kunt natekenen, hoe zwaartekracht onze planeet bijeenhoudt, en waarom wij uit sterrenstof bestaan. Dit boek bevat: * Een sterrengids van seizoen tot seizoen * Een dubbelzijdige sterrenkaart van het Noordelijk en het Zuidelijk halfrond * Uitneembare activiteitenbladen, waaronder: 'test je ogen'-kaarten en een 'wat weeg je op andere planeten'-draaischijf.

7) De tranen van Saar – Jet Steinz – Brandt /Het vuur van Louise – Judith Eiselin - Brandt. Op een gure januaridag komen vier Nederlandse jongeren aan op Mortimer Mansion, een kostschool voor bijzonder onderwijs in Cornwall. In dit typisch Britse kasteel met zijn wonderlijke esoterische staf en zijn ruige omgeving belanden ze in de brugklas. Ze beleven van alles wat je kunt verwachten van pubers die bij hun ouders weg zijn... en nog veel meer. Op deze unieke school wordt de ochtend gegroet, voor het eten gedankt en het leven gevierd - zij het lang niet altijd helemaal op de manier die ouders en docenten voor ogen stond! Ieder van de vier hoofdpersonen beleeft zijn eigen avontuur, en worstelt met zijn eigen probleem. Maar tegelijk zijn de vier boeken onderling sterk verstrengeld. Ze zijn los van elkaar te lezen, maar vormen samen op unieke wijze een kwaliteitssoap. Eeunieke samenwerking van Nicolien Mizee, Judith Eiselin, Jet Steinz en Hans van der Beek vormt dit verrassende jeugdboekenproject. Lees hier over de andere delen: ‘De wereld van Wollebrandt’ en ‘De honger van Max’.

8) Hollandse Helden – Wim Daniëls e.a. – Scala leuker leren. Achter de grote namen van onze geschiedenis gaan ongelooflijke verhalen schuil over ontdekkingsreizigers en stuntpiloten, ridders en admiraals, denkers en uitvinders, verzetsleiders en kunstenaars.
Nederlanders telden mee, te land, ter zee en in de lucht. Lees de waar gebeurde verhalen over ridder Jan, die op zijn 14e al hertog was. Over schrijvers die per koets door heel Europa reisden over karrensporen waar rovers op de loer lagen. Over zeekapiteins die door de VOC naar het einde van de wereld werden gestuurd om rijkdommen te zoeken op nieuwe continenten. Over een waaghals die met de vijand heulde om een vliegtuig te kunnen maken en over een prins die vocht voor de vrijheid van zijn land en dat met de dood moest bekopen. Over het doorzettingsvermogen van uitvinders die zich inzetten voor een betere wereld en over het roerige leven in grote armoe van een van onze grootste schilders. ‘Hollandse Helden’ lees je in één adem uit en je leert meteen heel veel wat je voor school moet weten.

9) Het grote geschiedenisboek – Wim Daniëls e.a. – Scala leuker leren. Een superleuk leesboek over de echte verhalen van de geschiedenis Vol spannende verhalen over krokodillengevechten in de tijd van keizer Nero en de strijd van ridder Roeland tegen de Basken tot de moord op Floris V en de spectaculaire ontsnapping van Hugo de Groot. Van het volksoproer tegen de gebroeders De Witt, zeeslagen en revoluties, tot Napoleon zijn Waterloo. Maar ook: het eerste vliegtuig, de loopgravenoorlog, de verzetskrant van BernardIJzerdraat en nog veel meer. Zo lees je de geschiedenis in één adem uit. Alles wat kinderen op de basisschool over geschiedenis leren staat erin. In de 10 hoofdstukken komen de 10 tijdvakken aan de orde.

10) Nederlands taalkwartet – Scala leuker leren. 'Hoe vraag ik de weg en hoe bestel ik iets te drinken?' 'Hoe heten die lekkere koekjes en dat rode drankje?' Leer spelenderwijs meer van de taal met dit leuke fotokwartet. Het spel bevat 18 kwartetten over diverse onderwerpen zoals eten en drinken, vervoer, sport, gebouwen, feesten en nog veel meer. Compleet met uitspraak, Engelse vertaling en extra kaartjes met uitgebreide taaluitleg. 'How can I ask for directions and how do I order something?' 'What are these delicious biscuits called and what's that red drink?' Learn everyday Dutch words and sentences with this great colourful card game. The 18 quartets (sets of 4 matching cards) of this game are all about Dutch food, drinks, sites, buildings, transport, holidays and much more. With instructions for pronunciation, English translation and helpful extra cards with basic vocabulary.
 

WEDEROM TIENTIPS VOOR DE GRAAG LEZENDE SINT


De vorige keer onthaalde ik u op leestips voor de goedheiligman, die zich ook onderscheidt door niet alleen het gul weggeven van boeken maar ook door het zelf graag willen lezen. Ik geef onze Sint Nicolaas nu een tiental titels van boeken door die het goed zullen gaan doen bij de ontvangers. Sint hecht aan het bestaan van werken uit het non-fictieve genre en de goede man wordt op zijn wenken bediend. Via de tekst van de uitgever op de omslag wordt het thema helder. Voor adequaat taalgebruik staan de uitgeverijen borg. U kent die uit eigen ervaring!

1) Een land zonder grenzen – Nir Baram – Een Israëlische schrijver reist door de bezette gebieden – De Bezige Bij. In een verlangen stemmen te horen die normaal gesproken niet snel de reguliere media halen reist schrijver Nir Baram een jaar lang langs de grens tussen Israël en Palestina. Of hij nu een kibboets bezoekt op de rand van de Gazastrook, verblijft in een buitenpost van kolonisten, een wandeling door Oost-Jeruzalem maakt of bij een vluchtelingenkamp met 30.000 Palestijnen langsgaat: zonder oordeel brengt hij in kaart wat de gevoelens en meningen in de regio zijn. Hij spreekt met kolonisten, politici, activisten, ex-gevangenen en soldaten, met bewoners die geboren zijn nadat de bezetting is begonnen en met degenen die zich Israël van voor 1967 herinneren. Zijn reportage toont de realiteit van het dagelijks leven in een conflictgebied en weerspiegelt de complexe politieke situatie ten tijde van spanningen, oorlog en verkiezingen.

2) De goudvink – Achilles Cools – Atlas Contact. Achilles Cools, auteur van het inmiddels klassiek geworden ‘De kauw’, is vermaard om zijn nauwkeurige natuurobservaties. Hij is erin geslaagd goudvinken te verleiden in zijn tuin te broeden. Een paar jaar lang heeft hij hun gedrag dagelijks geobserveerd en ook geprobeerd de wereld door hún ogen te zien. Waarom zijn die mannen zo bloedmooi en vrouwen muisgrijs? Zijn mannen altijd siermakers en vrouwen kunstkenners? En waarom behoort de goudvink niet tot de topzangers, terwijl hij zachtjes bijzondere melodieën kan fluiten?
Cools wisselt eigen observaties af met onderzoek over de goudvink. Dat heeft geresulteerd in een unieke monografie over een van onze mooiste vogels.

3) Liever niet de lucht in – Ronald Prud’homme van Reine – De omstreden zelfmoordaanslag van Jan Carel van Speijk – De Arbeiderspers De zelfmoordaanslag van luitenant-ter-zee Jan Carel van Speijk, die tijdens de Belgische Opstand op 5 februari 1831 voor Antwerpen zijn kanonneerboot de lucht in liet vliegen, is in de loop der tijd uitgegroeid van heldendaad tot een van de meest omstreden gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis. Maar weinig mensen stonden er aanvankelijk bij stil dat bij de explosie tientallen anderen onverwacht en ongewild de dood vonden, zowel Nederlanders als Belgen. Hoe was het mogelijk dat deze jonge, onbekende zeeofficier van de ene op de andere dag tot een grote nationale held werd uitgeroepen, nadat hij in een niet-levensbedreigende situatie zijn schip had opgeblazen ten koste van zoveel slachtoffers?

4) Liefde is – Pedro Chagas Freitas – Waarover we praten als we het over liefde hebben - Xander. Liefde is van Pedro Chagas Freitas is een even originele als hartveroverende mozaïekroman waarin alle vormen van liefde aan het woord komen. Laat je ontroeren en meevoeren langs intieme momenten van het leven met onvoorspelbare, adembenemende en vooral herkenbare verhalen over geluk, angst en jaloezie. Zo veelzijdig als de liefde is, zo veelzijdig is deze roman: jonge liefde, gedeelde liefde, onbeantwoorde, sexy, romantische liefde. Liefde waarin we beloven onszelf te verbeteren of beloven perfect te zijn. Liefde is belooft ook in het Nederlandse taalgebied een daverend word-of-mouth-succes te worden. Geen wonder: liefde is van ons allemaal.

5) Complotdenkers – Maarten Reijnders – Hoe gevaarlijk is het geloof in samenzweringstheorieën - Aspekt .Wat beweegt complotdenkers? Zijn het paranoïde geesten of lijkt hun geloof in samenzweringstheorieën eigenlijk nog het meeste op religie?
Journalist Maarten Reijnders dompelde zich onder in de wereld van de samenzweringsgelovigen. Hij sprak verscheidene Nederlandse complotdenkers. Van een herhaaldelijk veroordeelde ex-journalist die de jacht heeft geopend op pedo-netwerken tot een anti-vaccinatieactiviste die ervan overtuigd is dat de Holocaust zwaar wordt overdreven. En van een succesvolle ondernemer die meent de moord op John F. Kennedy te hebben opgelost tot een oprichter van een politieke partij die de luchtmacht wil inzetten tegen chemtrails sproeiende vliegtuigen. In Complotdenkers legt Reijnders uit hoe je een samenzweringstheorie kunt herkennen, waarom iedereen wel eens geneigd is om te vallen voor de verleiding van de complottheorie en waarom dat gevaarlijk is.

6) De kloten van de mus – Kees Moeliker – Nog meer beesten door de bril van een bevlogen bioloog – Nieuw Amsterdam. Een zee-egel met een slakkenhuis in de anus, perron spreeuwen die treinen laten vertrekken en strandlopers op straat. Met zijn tweewekelijkse rubriek ‘Beest’ op de Achterpagina van ‘NRC Handelsblad’ etaleert bioloog Kees Moeliker zijn fascinatie voor het ongewone en onwaarschijnlijke in de dierenwereld. Voor zijn onderwerpen put hij uit rijke natuurhistorische collecties, obscure publicaties, de actualiteit en scherpe eigen waarnemingen. Puntig, droogkomisch en doorspekt met keiharde wetenschap schrijft hij over landslakken die vliegverkeer stilleggen, het hart van de laatste trekduif en gewichtsloze kikkerseks. ‘De kloten van de mus’ is de bundeling van meer dan 100 stukjes beest gezien door de bril van een bevlogen bioloog. Dat de eendenman daarbij ook oog heeft voor homoseksuele papegaaien, lesbische albatrossen, nuttige necrofilie en het laatste schaamluisnieuws zal niemand verbazen.

7) Nederlandse erflaters – Robert Stiphout – Elsevier Boeken. Als er een Nationale Portrettengalerij zou zijn, wie zouden daar dan hangen? Geïnspireerd door de National Portrait Gallery in Londen stelde de redactie van Elsevier een bundel samen met honderd biografieën van Nederlanders die onze samenleving hebben vormgegeven. In Nederlandse erflaters worden zij belicht in acht hoofdstukken:
Geleerden en uitvinders, Schrijvers en dichters, Pioniers, Helden en iconen, Politici, Kunstenaars en artiesten, Ondernemers, en Staatshoofden en prinsen. Van Christiaan Huygens, Erik Hazelhoff Roelfzema en Aletta Jacobs tot Johan Rudolf Thorbecke, Piet Mondriaan, Anton Philips en Beatrix.Historicus Robert Stiphout stelde de bundel samen en schreef een pakkende inleiding. Daarnaast bevat het boek bijdragen van Ingrid van der Chijs, Gerry van der List, Simon Rozendaal, Irene Start en Liesbeth Wytzes.

8) De weg van rust – Jeff Foster – De moed vinden om alles in liefde te omarmen – Pamta Rhei. De weg van de rust is het nieuwste boek van Jeff Foster, een vooral bij een nieuwe generatie zoekers zeer geliefde auteur. Hij werd niet alleen bekend door zijn internationale bestseller ‘Onvoorwaardelijke acceptatie’, maar vooral door zijn regelmatige blogs en video's met ruim 100.000 volgers op sociale media. Zijn persoonlijke en toegankelijke schrijfstijl, en zijn informele manier van spreken zorgen voor een groeiende interesse in zijn benadering van non-dualisme. 'Rust is de voedingsbron voor elk groot avontuur' leert Jeff ons. Hij schrijft met fijngevoeligheid en een helder begrip voor iedereen die verlichting zoekt bij moeilijkheden, verlies, falen of afwijzing - en hij biedt inzichten die je in staat stellen je ongebruikte innerlijke kracht aan te boren. Het boek kan als een dagelijkse bron van inspiratie opengeslagen worden, of van A tot Z uitgelezen. Deze schat aan lessen helpt ons bij het cultiveren van onze kwetsbaarheid, het vinden van innerlijke rust, en het vieren van de schoonheid van het moment.

9) Het klopt wel maar het deugt niet – Stevo Akkerman – De maarschappelijke moraal in het nauw – Lemniscaat. In Het klopt wel, maar het deugt niet vraagt journalist Stevo Akkerman zich af of niet alleen de bankenwereld, maar de hele maatschappij een 'amoreel universum' is geworden. Onze samenleving zit vol gevaarlijke prikkels die ertoe leiden dat de persoonlijke moraal van medewerkers wordt opgeofferd aan de doelen van het bedrijf of de organisatie. Hoe is het mogelijk dat zoveel bedrijven bijna tien jaar na de financiële crisis nog steeds de randen blijven opzoeken van wat acceptabel is - zelfs als ze grotendeels in overheidshanden zijn, zoals ABN Amro? En hoe komt het dat de overheid, voor zover zij dat al wil, onmachtig is om hiertegen op te treden? Zijn onze politici nog wel geïnteresseerd in een rechtvaardige samenleving of schrikken ze terug voor alles wat zweemt naar idealen, uit angst voor wat al snel 'moralisme' heet? Stevo Akkerman sprak met kopstukken en dissidenten uit het bedrijfsleven, het onderwijs en de gezondheidszorg. Het resultaat is een verontrustend boek.

10) Schmidt Originals Zeevis Kookboek – René Boender e.a. – 50 authentieke visgerechten en meer…- Bertram + de Leeuw. Schmidt Zeevis is al 100 jaar toonaangevend op het gebied van zeevis, de bereiding daarvan en vooral van het (culinair) genieten in Nederland en ver daarbuiten. En in al die jaren hebben wij de meest pure, bijzondere maar ook vaak 'simpele' gerechten verzameld. Het werd dan ook de hoogste tijd voor een kookboek met al deze 'Originele' gerechten. Het Schmidt Originals Zeevis Kookboek is een waar handboek voor de echte liefhebbers van lekker koken, garen, bakken en vooral: genieten van al het lekkers uit de zee. Er staan maar liefst 50 Schmidt Originals gerechten in, bereid met vis uit alle zeeën en oceanen van de wereld. En leuke weetjes over vis, vissers, kooktechnieken en culinaire wetenswaardigheden van de beste topkoks van Nederland. Schmidt Zeevis is namelijk hofleverancier van de beste restaurants in Nederland. Schmidt Originals gerechten zijn makkelijk te bereiden, daar komt u pagina na pagina achter. Natuurlijk hebben wij ook een aantal recepten in het Zeevis Kookboek opgenomen die wellicht iets ingewikkelder zijn, maar door de heldere taal, uitleg en fotografie zijn deze voor iedereen met enig talent voor koken zeker te realiseren. Kortom: het Schmidt Originals Zeevis Kookboek is meer dan alleen maar een kookboek. Je kunt er lekker in lezen, foto's kijken en vooral je laten inspireren om meer met vis aan de slag te gaan. Want vis is goed voor de gezondheid en om lekker van te genieten!