25-09-2017

DE WERELD VAN MAARTEN 'T HART

Voorbije weekend heb ik mij verlustigd in het tot mij nemen van een bloemlezing. Van een auteur van wie ik op een van de schappen in de boekenkast een hele rij ruggelings heb staan. De ruggen ervan spreken voor mij boekdelen. De man uit vroeger Maassluis en in het heden Warmond vervoerde mij met zijn aansprekende thematiek, zijn tintelende taal en zijn heerlijke humor.  Ik leg voor u op de leestafel de 384 bladzijden tellende paperback De wereld van Maarten ’t Hart van good old – want hij is sympathiek en van 1944 – en van De Arbeiderspers met de sprekende ondertitel ‘De beste stukken over natuur, literatuur, religie en muziek’.
Ik kan mij zeer heugen het leesplezier dat ’t Hart mij in de jaren zeventig mij bezorgde door het tot mij nemen van zijn eerstelingen als Stenen voor een ransuilIk had een wapenbroederHet vrome volkMammoet op zondagEen vlucht regenwulpenDe dorstige minnaar en De aansprekers. Ik bleef ’t Hart volgen tot en met zijn laatste werken als Dienstreizen van een thuisblijverDe groene overmachtMagdalena en De moeder van Ikabod.

Ik was met volle inzet en uit grote overtuiging een ambassadeur van het oeuvre van Maarten ’t Hart. Als docent, als recensent, als inleider ging ik voor zijn boeken. Om maar één recent voorbeeld te noemen: ik mocht aan u op radio en tv fragmenten lezen uit het titelverhaal uit de bundel De moeder van Ikabod. Zo het deel waarin dominee Ilonka de Priester voorgaat in een dienst te Warmond en in de consistorie zich van haar toga ontdoet. Ik mocht vleiende reacties op mijn citeren van u ontvangen, zodat ik ook nu weer een van de 33 stukken uit De wereld van Maarten ’t Hart durf te lezen. Het gaat om het essay ‘Waarom maken vrouwen zich op?’ uit de bundel Ongewenste zeereis, (1979). De ondertitel rept ook van ‘religie’. Laat ik vorige zondag een kerkdienst bijwonen van dominee J. Duister, die het Bijbelboek Job baanbrekend behandelde.
U kunt zich voorstellen dat ik het stuk ‘De duivel in de bijbel’ uit Maartens bundel die zondagmiddag met nog meer interesse tot mij nam. Een volgende keer zullen wij bij dat stuk verwijlen. Nu geef ik de tekst van de uitgever op de omslag. En daarna het woord aan ’t Hart.

De Arbeiderspers: ‘In 1976 verscheen, onder de titel De kritische afstand, de eerste essaybundel van Maarten 't Hart. Zijn vak, de ethologie, vormde de inspiratiebron voor prikkelende beschouwingen over het gedrag van mensen, bekeken via de omweg van diergedrag. In 1978 volgde de tweede essaybundel, De som van misverstanden, over bewonderde schrijvers, die werd bekroond met de J. Greshoff-prijs. Daarna verschenen nog tal van essaybundels, waaronder Ongewenste zeereis (1979), De vrouw bestaat niet (1982), Het eeuwige moment (1983), Een dasspeld uit Toela (1990), Een havik onder Delft (1992), De gevaren van joggen (1999), het geruchtmakende De Schrift betwist (2003) en Mozart en de anderen (2006).
De wereld van Maarten 't Hart’ is een representatieve bloemlezing essays waarin alle thema's aan bod komen. Steeds verrassend, altijd eigenzinnig, worden literaire, biologische, religieuze, feministische en muzikale onderwerpen onbekommerd van dwarse kanttekeningen voorzien. Deze selectie bevat een viertal nieuwe, niet eerder in boekvorm gepubliceerde essays.’

Maarten ’t Hart: ‘Waarom maken vrouwen zich op? - Vrouwen hebben een veel beter reukvermogen dan mannen maar mannen bezitten daarentegen iets betere ogen. Bovendien zijn mannen gevoeliger voor datgene wat ze met die betere ogen zien. Mogelijkerwijs verklaart dat het zo buitengewoon vreemde verschijnsel dat wij make-up noemen. Het wordt gezien door de voor visuele prikkels zoveel gevoeliger man. Nu zal overigens geen enkele vrouw ooit toegeven dat zij zich opmaakt om mannen te behagen. Vrouwen maken zich, naar zij zelf zeggen, op ‘om er goed uit te zien’ en er is geen reden te veronderstellen dat vrouwen niet te goeder trouw zijn. Maar dat doet niets af aan het feit dat make-up wel degelijk effect sorteert. Wat de intentie is van iemands gedrag, is van ondergeschikte betekenis; wat het effect is, daar gaat het om, los van de eventuele bedoeling. Dientengevolge moeten wij ook vanuit het effect redeneren als wij de vraag stellen: waarom maken vrouwen zich op? In de eerste plaats kunnen we vaststellen dat de make-up altijd uitsluitend op permanent ontblote gedeelten van het lichaam wordt aangebracht. Vrouwen verven wel hun mond. maar niet hun navelranden. Voorts is het heel duidelijk dat bepaalde plekken erg favoriet zijn, de al eerder genoemde mondranden, de oogleden, de wangen en de nagels. Hoewel dat vroeger anders was zijn nu de oogleden de meest bepenseelde plaatsen geworden. De lippen, vroeger duidelijk vooraan, zijn tegenwoordig tweede op de ranglijst. Maar daar hoeven wij niet meer achter te zoeken dan dat er meer en betere soorten oogschaduw zijn dan vroeger. Zelfs de meest terughoudende vrouwen zullen nogweleens wat schaduw op de oogleden aanbrengen; dit is, zo zal verderop blijken, van grote betekenis voor het begrijpen van het verschijnsel make-up. Make-up is, kortom, iets dat gezien moet worden, dat lijdt geen twijfel, maar bovendien, daarover is toch ook nauwelijks discussie mogelijk, een supranormale prikkel.

Wat is dat? Een begrip uit mijn vak, de ethologie. Het verschijnsel is voor het eerst ontdekt bij de gans. Als een vrouwtjesgans op het nest zit en bemerkt dat een ei uit het nest is gerold (ganzen broeden op de grond) zal zij voorzichtig haar snavel naar het ei toe bewegen en het, met behulp van die snavel, in het nest terugrollen. Deze zogenaamde eirolreactie vertoont zij altijd als zij geconfronteerd wordt met de prikkel: ei uit het nest. Het opvallende is nu dat zij, als er twee eieren buiten het nest liggen, één echt ganzenei en een ei dat veel groter is dan het ganzenei, altijd probeert het veel te grote ei in het nest terug te rollen, al is dat heel bezwaarlijk, zowel omdat ze haar snavel niet goed achter het ei kan krijgen, alsook omdat het te grote ei, als het eenmaal in het nest ligt, haar alleen maar overlast bezorgt. Zij kan niet goed op het grote ei zitten en blijft daarom voortdurend heen en weer schuiven. Ook bij de heidevlinder is al veertig jaar geleden geconstateerd dat het mannetje eerder achter een te groot kunstvrouwtje aanvliegt dan achter een echt vrouwtje en dat hij hardnekkiger achter haar aan blijft vliegen naarmate het contrast tussen witte en zwarte strepen op haar vleugels groter is en zij heftiger klappert met haar kunstvleugels. Alom in het dierenrijk reageren mannetjes en vrouwtjes meer op sterkere, dus supranormale prikkels, dan op gewone prikkels. Er is geen reden te bedenken waarom het bij mensen niet zo zou zijn, temeer niet daar het zo duidelijk is dat make-up ook valt onder de supranormale prikkels. Make-up accentueert immers bepaalde plaatsen in het gezicht, maakt de contrasten groter, zorgt voor het duidelijker naar voren komen van de lippen, vergroot de ogen, kleurt de wangen. Make-up is prikkelversterking.

Maar het zou een misverstand zijn te menen dat de bedoeling van make-up is: de man sterker dan normaal te prikkelen. Een opgemaakte vrouw is niet alleen maar een groot ei dat een man zijn nest wil binnenrollen. Nee, de functie van make-up is tweeledig. Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen het effect van make-up veraf en het effect van make-up heel dichtbij. Op grote afstand gezien is make-up duidelijk een supranormale prikkel waarvan het effect is dat je aangelokt wordt. De verf is een typisch verschijnsel voor op straat, op terrassen, voor de vrouwen achter de ramen die van liefde hun beroep maken. Zodra een man de visuele prikkel: aangezette lippen en geverfde zwartomrande ogen waarneemt is zijn eerste impuls: zich bewegen in de richting van de prikkeling. Hoe zwarter de ogen, hoe kleuriger de lippen, des te sterker het verlangen je naar het schilderij te begeven. Maar kom je inderdaad dichterbij dan zul je al spoedig gewaarworden dat diezelfde make-up, op vijftig of minder centimeters afstand gezien, ook een krachtige prikkel is maar nu juist met een omgekeerde werking. Je wilt zo snel mogelijk weg en wel sneller naarmate je meer sporen ziet van het opmaken. Als de klodders mascara nog in de wimpers hangen en de groeven in de lippen overstromen van het walvisvet weet je niet hoe snel je weg moet komen. Hoe zwaarder een vrouw zich heeft opgemaakt, des te sterker haar neiging de man op een bepaalde, gepaste afstand te fixeren. Alleen vrouwen die geen make-up gebruiken gunnen mannen volledige vrijheid van beweging. Maar geheel zonder make-up is voor bijna alle vrouwen te gevaarlijk. Dat betekent immers dat een heel dichtbij komende man niet wordt afgeschrikt. Daarom is haast altijd nog wel een klein beetje oogschaduw opgebracht. Omdat het ooglid in wakende toestand is opgevouwen zie je die niet. Zodra je er echter toe wil overgaan een kus te geven, zal elke vrouw een fractie van een seconde voordat zij die kus al dan niet vrijwillig ondergaat, haar ooglid omlaag slaan, daarmee de man het zicht biedend op de bescheiden verfstreep. Maar dan is het meestal te laat.’
 

DE WERELD VAN MAARTEN 'T HART

KARREVRACHTEN PENNEVRUCHTEN

Een kolossaal verzamelwerk kreeg ik van een bevriende en beminde uitgeverij toegestuurd dat vanaf 16 september zijn opwachting bij ons maakt. De al jaar en dag u bekende, voorkomende, voortvarende pr dame Elsbeth Louis stuurde mij het geweldige boek voorbije zaterdag naar mij toe en sindsdien ben ik erin verzonken. En dat met de bemoedigende boodschap op de omslag dat het bijna twee kilo wegende werk ‘een vol jaar leesvoer biedt voor 2 à 3 personen’. Het gaat om de 472 bladzijden tellende, van meet tot finish formidabel opgedirkte paperback Karrevrachten Pennevruchten van Kees van Kooten en van uitgeverij De Harmonie. Met als motto voorin ‘Ik bleif aan de gang met de sreiffen’ ontleend aan een kattebelletje dat de Kees van Kooten van vijf turven hoog aan zijn vader schreef. In het ‘Geen Voor- maar een Tegenwoord’ verklaart dr. E.I. Kipping de titel: ‘Aangezien ten minste driekwart van de honderen artikelen in Karrevrachten Pennevruchten het daglicht zag toen er nog handkarren over de straat kletterden en men karrevracht en pennevrucht nog zonder tussen-n schreef, heb ik mij bij de spelling van die eventuele titel gehouden aan de twaalfde druk van mijn ‘Dikke Van Dale’ uit 1992, waarin karrenvracht nog als karrevracht en pennenvrucht als pennevrucht wordt gespeld.’ Ook staat in het tegenwoord dat Van Kooten ons alsnog wil doen kennismaken met teksten van zijn hand, die nooit in zijn vijfendertig officiële boekuitgaven werden opgenomen.

Met een klare knipoog naar de lopende en komende dagen van heerlijk lui lekker liggen lezen is Karrevrachten Pennevruchten een kostelijk, inspirerend herfst- en winterboek. Ik weet wis en zeker: dit zware doch lichte boek zal heel lang op de bestsellerslijsten koppen. U verstaat mij wanneer ik zeg dat u voorlopig van mij over Karrevrachten Pennevruchten blijft vernemen. Voorlopig blijf ik erover praten en schrijven! Als binnenkomer geef ik u de tekst van De Harmonie op de site en pluk ik voor u van Wikipedia. Waarom ik pluk? Het fenomeen Van Kooten zal niet bij iedereen diens bijdrage aan cabaret, cultuur, taal, humor en empathie voor de ogen staan. Als wij zijn verleden lezen zien wij hoe groot zijn bijdrage is geweest aan tintelende en nog lopende taal. Voorlopig ik voor het laatst: deze lading vol epistels is een must voor ieder die van taal en humor houdt. Dit boek etaleert hoe Van Kooten c.s. onze taal verrijkte. 

De Harmonie: ‘De radio- en televisiesatire van Van Kooten en De Bie (1963-1998), de jaarlijkse Bescheurkalender (1973-1986), romans en verhalen in tweeënveertig boeken en luisterboeken, honderden Treitertrendcolumns en Modermismen, serieuze essays, luchtige lezingen, songteksten en scenario’s, voor- en nawoorden, haiku, gelegenheidsgedichten, theaterteksten, necrologieën, enzowoord enzowoord: Kees van Kooten voorvoelde zijn onthutsende productie al op vijfjarige leeftijd, toen hij in een kattebelletje aan zijn vader schreef: ‘Ik blijf aan de gang met de sreiffen’. Een jaar geleden begon hij aan zijn eerste vijfenzeventigjaarlijkse balansopruiming. Dit resulteerde in een karavaan van drieëntwintig ordners vol materiaal van her en der en toen en nu, veelsoortige teksten die nooit in boekvorm zijn verschenen.
Streng maarrechtvaardig selecteerde hij het leukste en het mooiste van het sterkste en het beste van zichzelf; door Piet Schreuders al dan niet in facsimile samengebracht in een ongemeen gevarieerde, dikke en rijk geïllustreerde ‘Wehkamp-catalogus’.

Wikipedia: ‘Cornelis Reinier (Kees) van Kooten (Den Haag, 10 augustus 1941) is een Nederlands cabaretier en schrijver. Van Kooten werd geboren in 1941 in de Bethehemkliniek te Den Haag als oudste kind van Cornelis Reinier van Kooten en Anna Geertruida Snaauw. Later, in 1945 werd zijn zusje geboren. In 1959 leerde hij zijn toekomstige vrouw Barbara kennen met wie hij in 1966 ging samenwonen op de Prinsegracht in Den Haag en op 18 oktober 1968 trouwde. Na hun huwelijk gingen ze aan de Nekkerweg in Zuidoostbeemster wonen en werden er twee kinderen geboren, op 17 december 1971 zoon Kasper en op 26 januari 1974 dochter Kim. Beiden zijn later ook bekend geworden. Zijn vrouw speelde af en toe gastrollen in zijn televisieprogramma's. In 1978 verhuisde het gezin naar Hilversum en in 1996 naar Amsterdam. Van Kooten werd vooral bekend door zijn samenwerking met collega Wim de Bie. Met hem vormde hij het duo Van Kooten en De Bie dat jarenlang programma's voor de VPRO op televisie maakte. Hun samenwerking begon al op de middelbare school, het Dalton Lyceum. Hier hadden ze samen een cabaretensemble opgestart met de naam ‘Cebrah’. De eerste programma's hadden de titels ‘G.Rapsgewijs’ en ‘Te hooi en te grap’.

Behalve televisieprogramma's maakte het duo ook tussen 1972 en 1985 de Bescheurkalender. Van Kooten schreef diverse boeken, zowel onder eigen naam als onder pseudoniemen. Gebruikte pseudoniemen waren Koot, Jan Blommers, Hans van Dek, Tj. Hekking, Heer Koot, Harry F. Kriele en Roman Tate. Bekende typetjes Mehmet Pamuk: een Turkse gastarbeider die dolgraag wil integreren, en zijn best doet om fatsoenlijk Nederlands te leren spreken, waarbij zijn Nederlands beter was dan van zijn gesprekspartners. Zijn groenteman Henk Blok heeft echter juist onder meer een cursus Turks gevolgd om zijn klanten beter te woord te kunnen staan. De Vieze Man: een perverse landloper, die dol is op seksuele insinuaties. Prof. dr. ir. P. Akkermans: een man die beweert dat zijn naam voor vrijwel elke belangrijke vacature circuleert. ("Ik bén genoemd"). Dr. Remco Clavan: Oost-Europadeskundige die in feite weinig nieuws te vertellen heeft en slechts in andere bewoordingen de vraag herhaalt. H.J. Bussink: oud-verzetsman en fanatiek monarchist, die zich vaak over kleine dingen erg boos maakt. Diana Charité: een zwaar opgemaakte, wat oudere dame met een harde doorrookte stem en een uitgesproken mening.

Als duo met Wim de Bie de gebroeders Gé en Arie Temmes: twee oude uitkeringsgerechtigde mannen die zich over kleinigheidjes opwinden, waarbij Arie ook vaak op Gé moppert. F. Jacobs  en Tedje van Es: twee vrije jongens die zich vooral bezighouden met zwart werk en kleine criminaliteit; tevens oprichters van de Tegenpartij. De Klisjeemannetjes: twee mannen met een Haags accent die aan het biljart in clichématig taalgebruik gesprekken voeren. Moeder en zoon Carla en Frank van Putten: gefrustreerde nestblijver Frank wordt continu betutteld door zijn moeder, terwijl hij in verloren momenten opgaat in seksuele fantasieën. ("Daar ben ik voor behandeld" en "Ik wil een lekkere del van een meid om mee te rollebollen, maar ik heb geen lekkere del van een meid om mee te rollebollen, ik heb alleen mijn moeder").
De Positivoos: twee relizangers met politiek incorrecte liedjes, die vooral uit zijn op commercieel succes. Reporters Harry F. Kriele en Bulle van Berkel: Van Berkel werd vooral gekenmerkt door zijn stereotype lange jas, terwijl de reportages van Kriele vrijwel altijd een fiasco waren.

Bert en Dien Meibos: echtpaar en vroegere leden van de Gerrit Braks-fanclub. Nadat deze uit de politiek was gestapt werden ze fan van achtereenvolgens Koos Alberts, Frans Bauer, Paul de Leeuw en de Spice Girls. Omdat Dien, die dominant en schreeuwerig is waarbij ze de mompelende Bert voortdurend overstemt, hen hier te oud voor vond, werden ze weer fan van de Everly Brothers, net als bij hun huwelijk. Cornelis en Catalijne Pronk, een echtpaar dat een kind uit Afrika had geadopteerd, maar het nog nooit in het echt gezien hadden. Cornelis gaf zijn vrouw geregeld een corrigerende tik. Burgemeester Hans van der Vaart (lid van de Rose Burgemeestersclub) en Wethouder Tjolk Hekking, van de gemeente Juinen. Als trio met Barbara van Kooten en Wim de Bie het echtpaar Cor van der Laak (krities AVRO-lid) en Cock, en zoon Ab van der Laak (Wereldkampioen Boter, Kaas en Eieren).Televisie, radio, film en theater 1964: ‘Uitlaat, met o.a. 'De Klisjeemannetjes' (voor de VARA-radio) 1964: ‘Twee in een jeep’ (ook nog VARA-radio) 1969-1972: ‘Hadimassa’ 1972: Teleac-cursus Esperanto 1972-1974: ‘Het Gat van Nederland’ 1974-1979: ‘Simplisties Verbond’ (VPRO televisie) 1976: ‘De Dienstlift’, naar ‘The Dumb Waiter van Harold Pinter (televisie) 1979-1980: ‘Op hun pik getrapt’ 1980-1981: ‘Koot en Bie’ 1981-1982: ‘Van Kooten en De Bie’ 1982-1983: ‘Juinen’ 1983: ‘Een Gebaar’ (benefietvoorstelling voor Amnesty International)1983: ‘Vroeger kon je lachen’ (film) 1983-1984: ‘Kreateam’ 1984-1989: ‘Van Kooten en De Bie’ 1989-1993: ‘Keek op de week’ 1991: ‘Oh Boy!’ (film) 1993-1994: ‘Krasse Knarren’ 1994-1995: ‘In Bed Met’ 1995-1996: ‘Deksel van de Desk’ 1996-1998: ‘Van Kooten en De Bie’ 1999: ‘Hoofd leest zich autobio’ (theater) 2002: ‘Wina Zingt’ (toneelstuk) 2012: ‘Alles is familie  (Film) 2016: ‘Nederland in de jaren 60’ (serie documentaires over de jaren 60).

Hij is een goede vriend van Humo-hoofdredacteur Guy Mortier en publiceert ook al sinds de jaren zeventig een wekelijkse column in ‘Humo’. Het blad besteedde tijdens de jaren zeventig, tachtig en negentig veel aandacht aan de programma's van Van Kooten en De Bie en prees hen, vooral ook omdat er in Vlaanderen geen equivalent van op televisie te vinden was. Andersom bewonderde Van Kooten Humo in die jaren omdat hij vond dat er in Nederland geen televisieblad te vinden was dat even goed was als Humo. Mortier figureerde ook ooit in een sketch van Van Kooten en De Bie als laborant. In een andere sketch toonden Van Kooten en De Bie ooit op televisie een nummer van Humo en verklaarden dat het "het beste blad aller tijden was", iets wat Mortier zelf "een van de ontroerendste momenten uit zijn leven" noemde. Toen Mortier met pensioen ging in 2003 kwam Van Kooten een hommagetoespraak houden. In de stripreeks De Kiekeboes heeft hij in het album De taart een cameo als verslaggever-ter-plaatse "Koos van Keeten". Zijn vrouw Barbara heeft in 2010 samen met de vrouw van Remco Campert, Deborah, onder de titel C'est la vie een boek samengesteld van de brieven die de twee vriendinnen over en weer schreven. Van Kooten schreef in 2013 het Groot Dictee der Nederlandse Taal.

KARREVRACHTEN PENNEVRUCHTEN

WIE HET MOOIST VALT

Een roman waar wij volgens de verkopende partij niet omheen kunnen leg ik voor u op de toonbank, in de etalage. Op de wikkel staat een slogan van Jeroen Vullings van ‘Vrij Nederland’ als ‘Van een zeldzaam niveau. Geraffineerd gecomponeerd.’ Op de binnenwikkel staan – zo concludeer ik - uit het hart gegrepen loftuitingen van een rits boekhandelaren. Via dit hulpmiddel reclame wordt gepoogd een boek aan de man te brengen. Mijn voorstel aan u is de juichende aanprijzingen voor gezien en gelezen te beschouwen en zelf te traceren of de lofprijzingen aan de orde zijn. Ik heb het over de 302 bladzijden tellende hardcover Wie het mooist valt van Sara Novic en Meulenhoff. Onderstaande is voor u een intro die bestaat uit de tekst van de uitgeverij op de wikkel en de quotes van de handelaren. Daar u het gezegde door Vullings het meest markant is citeer ik zijn volledige recensie op de site van ‘Boekenrubriek’.

Over een drietal weken ontmoeten wij elkaar hier weer om Wie het mooist valt te bespreken.
Meulenhoff: ‘Een van de mooiste romans over de Joegoslavische Burgeroorlog. Zagreb, 1991. De tienjarige Ana Jurić leidt een zorgeloos bestaan. Maar wanneer in Joegoslavië de oorlog uitbreekt wordt haar idyllische jeugd ruw verstoord. Het dagelijks leven wordt opeens gekenmerkt door voedselrantsoenen, luchtaanvallen en mitrailleurgeweld. Buren beginnen elkaar te wantrouwen en Ana’s gevoel van veiligheid brokkelt langzaam af. Wanneer ze er plotseling alleen voor komt te staan, moet Ana haar weg zien te vinden in een gevaarlijke wereld. New York, 2001. Ana studeert en woont in Manhattan. Hoewel ze getracht heeft het verleden achter zich te laten, kan ze niet aan haar oorlogsherinneringen ontsnappen – ze heeft geheimen die ze zelfs voor haar geliefden verzwijgt. Achtervolgd door de gebeurtenissen die haar familie voor altijd hebben veranderd, besluit ze na tien jaar naar Kroatië terug te keren, in de hoop vrede te sluiten met de plek die ze ooit thuis noemde. Wie het mooist valt is een briljante, met veel vaart geschreven debuutroman die belicht hoe oorlog een levensloop kan bepalen.’

De vaderlandse pers over Wie het mooist valt zonder vermelding van bron.
‘Geweldig boek. Ana, ze zat in mijn hoofd, in mijn hart. Vanaf de eerste zin wilde ik weten wat er was gebeurd, wat ze had meegemaakt.’
‘Al vanaf de eerste zin ervoer ik dit proza als een getuigenis. Die lezerssensatie zegt iets over de kracht van Novics proza: het heeft ‘de adem van het echte’, die gewoonlijk voorbehouden is aan autobiografisch proza: de sensatie dat de schrijver dit moest schrijven, vanuit een stuwende innerlijke noodzaak, omdat hij alleen door erover te schrijven kan leven met wat hij meegemaakt heeft. Knap wanneer fictie dat effect bij de lezer teweegbrengt. Helemaal opmerkelijk wanneer een debutant dat voor elkaar krijgt. De vlag gaat tegenwoordig voor minder uit.’ - 'Sara Novic schreef met Wie het mooist valt niet alleen haar debuut maar zeker ook een indrukwekkend verhaal.' - 'Schrijfster Novic schetst een levendig en indrukwekkend beeld van de situatie in voormalig Joegoslavie' - 'Aangrijpende roman over wat oorlog met een (kinder)leven doet. Novic heeft een uitstekend debuut afgeleverd!' - ‘Wie het mooist valt - Poëtische titel voor een hartverscheurend prachtig en onvergetelijk boek.’ -  ‘Novic weet een uiterst gecompliceerde oorlog te vertalen naar een menselijk verhaal dat je raakt in je hart.’ - ‘Prachtig boek over een moedige hoofdpersoon die uiteindelijk inziet dat ze haar verleden onder ogen moet zien om een toekomst te hebben.’
‘Een hartverscheurend boek over een stukje geschiedenis! Wilde steeds doorlezen om te weten wat er was gebeurd! Aanrader!’ - 'Het is ontzettend goed geschreven en enorm ontroerend. Hield 't af en toe niet droog, moest echt even stoppen met lezen, maar nooit larmoyant. Heel knap dat je over zo'n moeilijk onderwerp (kind in burgeroorlog Joegoslavië) zo'n mooi boek kunt schrijven, ik zou zeggen: ga het lezen je krijgt er geen spijt van!' - ‘Zo ingetogen, zo liefdevol, zo ernstig, zo ongelooflijk mooi geschreven heb ik zelden als lezer een oorlog meegemaakt.’ - 'Krachtig, realistisch geschreven. Top!' - 'In een adem het boek Wie het mooist valt van Sara Novic uitgelezen: Indrukwekkend, prachtig! Wat een verhaal, zo belangrijk ook, om over deze oorlog te lezen. Respect voor de wijze waarop dit gedaan is. En ook een zo mooie omschrijving van het landschap.' - 'Prachtig! een verhaal dat heel veel mensen zal raken!'
‘Indrukwekkend verhaal over de burgeroorlog in Joegoslavië’ - ‘Een indringend en heftig verhaal van "gewone" mensen in een nietsontziende burgeroorlog en wat dit met mensen doet. Bijzonder knap gedaan.’

Jeroen Vullings: ‘De genreaanduiding ‘roman’ staat pontificaal op het titelblad van de Nederlandse vertaling van Sara Novics (1987) debuut. Toch voltrok zich tijdens het lezen van Wie het mooist valt, de Nederlandse vertaling van Girl at War, haar in 2015 gepubliceerde debuutroman, iets verrassends. Al vanaf de eerste zin ervoer ik dit proza als een getuigenis en nam ik op zeker moment zelfs automatisch aan dat de schrijfster en haar hoofdpersoon Ana Juric identiek waren. Die lezerssensatie tegen beter weten in zegt natuurlijk iets over de kracht van Novics proza: het heeft de adem van het echte, die gewoonlijk voorbehouden is aan autobiografisch proza: de sensatie dat de schrijver dit moest schrijven, vanuit een stuwende innerlijke noodzaak, omdat hij alleen door erover te schrijven kan leven met wat hij meegemaakt heeft. Knap wanneer fictie dat effect bij de lezer teweegbrengt.

In het eerste van de uit vier delen bestaande roman doorstaat Ana als tienjarige inwoner van Zagreb gruwelijkheden kort na het uitbreken van de oorlog, waarbij ze haar beide ouders verliest; in het tweede deel dat in de Verenigde Staten begint, blijkt ze daarna met haar babyzusje in voorstedelijk Philadelphia bij een adoptiefamilie opgegroeid te zijn. Inmiddels – het is tien jaar later – studeert ze literatuur aan New York University. In datzelfde tweede deel speelt haar oorlogstrauma zodanig op dat ze terugkeert naar Kroatië, op zoek naar de achtergebleven vrienden van toen. De roman lijkt dan een chronologisch verloop te gaan hebben en dat was op zijn zachtst gezegd nogal wennen na het ijzersterke eerste deel, verteld vanuit het kinderperspectief, waardoor de verandering van pre-oorlogse normaliteit in oorlogse abnormaliteit halfbegrepen wordt door Ana en nog sneller geaccepteerd wordt als een natuurlijke gang van zaken, in de door volwassenen bestierde wereld die een kind sowieso pas geleidelijk leert te doorgronden. Ook al weet ik dat ik personages voor lief moet nemen, met al hun (on)hebbelijkheden, dat was toch al met al een hard gelag in het geval van de afstandelijke, nurkse Ana en haar begripvolle, softe vriendje Brian, dat almaar ergerniswekkend de correcte dingen zegt. Tegelijkertijd getuigt het van lef van Novic om Ana zo onsympathiek te laten zijn, vooral ten opzichte van haar goedhartige stiefmoeder, en ook dát past in een beoogd plaatje: Ana als iemand met een posttraumatisch stresssyndroom. Logisch dat ze iedereen zo ongezeglijk op afstand houdt, onder wie de lezer.   

Lijkt een chronologisch verloop te hebben, schreef ik en datgene wat dat tweede deel redt, past daarbij: Ana’s terugkeer naar Kroatië, het oude continent dat Novics zinnen direct weer bezieling geeft. Maar dat is buiten het derde deel gerekend, dat het verhaal van Ana als inmiddels verweesde tienjarige uit het eerste deel voortzet. We namen afscheid van haar nadat zij haar noodlot ontmoet had, samen met haar ouders en andere niet-Serviërs, op de weg terug naar huis vanuit Sarajevo, alwaar het gezin Ana’s ernstig zieke babyzusje Rahela voor medisch transport naar Amerika had achtergelaten. Cetniks, Servische paramilitairen, bij een blokkade. Dat gaat fout. De groep gevangenen wordt diep in de bossen gevoerd en wat zich daar afspeelt, ligt al diep verankerd in ons collectieve bewustzijn, gegrondvest door de vele getuigenissen, de vondst van massagraven, de latere processen. Ana weet miraculeus te overleven dankzij het vernuft van haar vader. Hoe akelig dit ook is om te zeggen, wat daar aan verschrikkelijks gebeurt, is een toop geworden. We denken het eerder als lezer of kijker meegemaakt te hebben, we kunnen ons daardoor precies voorstellen hoe zulk onrecht in zijn werk gaat. En toch hebben we dít niet eerder zo gelezen en dat zeldzame niveau is te danken aan het onthechte, ‘lichte’ kinderperspectief, dat in grote delen van deze roman literaire verlossing brengt. Het derde deel verhaalt dus hoe het Ana verging na haar wederopstanding.

Wie het mooist valt is geraffineerd gecomponeerd, want als we met dat eerste deel het ergste achter de rug denken te hebben - de moord op haar ouders en de manier waarop Ana dat bloedbad wist te overleven -, een dermate ingrijpende gebeurtenis dat we daarmee de oorzaak-en-gevolg keten van het trauma waaraan ze duidelijk lijdt in beeld denken te hebben, dán volgt in het derde deel (een sprong terug in de tijd naar wat Ana deed nádat ze uit het massagraf met daarin haar ouders wist te kruipen) de gebeurtenis in die episode van haar leven die ze echt geheim hield en die haar ten diepste ontregelde: als kindsoldaat wordt ze van slachtoffer dader. Het slotdeel, een speurtocht naar de peetoom die haar leven redde, speelt weer in het Kroatische heden en staat in het teken van verder willen leven. Het is vooral de keuze voor het kinderperspectief, dat de blik van binnenuit op de atrociteiten in de Joegoslavische burgeroorlog zo indringend maakt. Tezamen met de vertelstructuur zorgt dat ervoor dat dit niet het zoveelste relaas daarover is. Melodrama wordt aldus vermeden en dit boek doet niet aan oplossingen, verklaringen, passende antwoorden. Wie het mooist valt is een coming-to-age roman over iemand die door de oorlog te vroeg volwassen moest worden en daarna in Amerika probeert zichzelf heruit te vinden.’
 

WIE HET MOOIST VALT

VERTEL ME HET EINDE

Een mokerslag’ staat op de voorkant van het boek dat ik nu met de woorden van een ander wil introduceren. Dit houdt in dat wij hier in onze boekenrubriek met elkaar over de ins en outs van het onderhavige werk nog van gedachten gaan wisselen. Als intro geef ik u de tekst van de omslag en het door Guus Bauer op literair weblog Tzum gezegde. Het gaat om de 132 bladzijden tellende paperback Vertel me het einde van Valeria Luiselli en uitgeverij Das Mag/Karaat met de ondertitel ‘Een essay in veertig vragen’. Als wij elkaar weer om dit essay ontmoeten, zullen wij traceren of die mokerslag een rake typering is!

De uitgever: ‘Vertel me het einde is het nieuwe boek van een van 's werelds meest spraakmakende schrijvers: Valeria Luiselli (Mexico-Stad, 1983). In Amerika wordt het 'de eerste must-read van het Trump-tijdperk' genoemd. Terwijl Luiselli zelf op haar green card wacht, werkt ze als tolk bij de immigratierechtbank in New York. Ze luistert naar de verhalen van honderden Latijns-Amerikaanse kinderen die zonder ouders de Amerikaanse grens zijn overgestoken en aan wie ze telkens dezelfde veertig vragen moet stellen. De antwoorden van de kinderen passen zelden binnen de lijntjes van de formulieren. Pijnlijk wordt duidelijk waar de naïeve realiteit van overheidsinstanties schuurt met de gruwelijke wereld die de kinderen ontvluchten. Vertel me het einde is een prachtig en belangrijk kleinood dat je blik op de wereld op zijn grondvesten doet schudden.’

Guus Bauer: ‘Een verhaal dat schreeuwt om engagement - De Mexicaanse schrijfster Valeria Luiselli (1983) wordt in eigen land een literair enfant terrible genoemd, wel met een liefdevolle ondertoon. Haar teksten zijn eerder onbevangen en intelligent dan tegendraads. Ze bevreemden, stoten af, maar trekken ook ontegenzeggelijk aan, hebben een niet helemaal te duiden stoerheid. Haar oeuvre is aangenaam genrevrij, wars van conventies maar evengoed zeldzaam evenwichtig.
In haar nieuwste boek, Vertel me het einde, een essay in veertig vragen, schuift ze het proza-experiment even terzijde. Daarvoor is deze kwestie ook te zwaarwichtig, van algemeen belang. Dit is een ‘verhaal’ dat om engagement schreeuwt, dat in alle grauwheid recht voor de raap moet worden verteld. Luiselli verblijft in 2014 met man en dochter in New York wanneer ze besluiten om een werkvergunning aan te vragen, een zogenaamde green card. Een ingewikkelde procedure. In afwachting van een besluit over hun status maken ze een autoreis in de richting van de Amerikaans-Mexicaanse grens. Een reis feitelijk in omgekeerde richting. Tijdens die tocht proeft het schrijvende echtpaar pas echt de omvang en de tragiek van het vluchtelingenprobleem in de grensstreek. Ze verzamelen lokale kranten en lezen zich op alle mogelijke manieren in, komen zelf ondanks hun tijdelijke status onaangenaam in aanraking met de Border Patrol. De vluchtelingen worden gekwalificeerd als vreemdelingen, over het algemeen ongewenst. (Het woord ‘Alien’ heeft daarbij nog een extra bevreemdende, om niet te zeggen buitenaardse, werking.) Terwijl de problematiek niet los kan worden gezien van de historische verbondenheid van de beide continenten.

Bij terugkomst besluit Luiselli om samen met een studerend nichtje als tolk te gaan werken bij een van de kleine, maar o zo gedreven organisaties die het juridische belang van vooral de alleen gevluchte kinderen behartigen. De procedure is door de enorme toevloed van kinderen versneld. Dat lijkt gestoeld op humanitaire gronden, maar is eerder een politieke beslissing om een probleem zo snel mogelijk te kunnen tackelen. Lees: om zo snel mogelijk over te kunnen gaan tot uitzetting. Een crisis outsourcen, over de grens brengen. Voorheen kreeg een vreemdeling een jaar de tijd om juridische bijstand te regelen. Sinds door de regering Obama de ‘Priority Juvenile Docket’ van kracht is geworden, is de termijn ingekort tot drie weken. Zie in die tijd maar eens een advocaat te vinden die de zaak pro deo aan wil nemen. Er is doorgaans geen geld aanwezig, de oversteek met zogenaamde coyotes, heeft meestal de fondsen van de familie, woonachtig in een der Zuid-Amerikaanse landen of in de VS zelf, reeds opgesoupeerd. Verblijfsprocedures worden afgehandeld bij de civiele rechtbanken en men heeft dus geen recht op gratis juridische bijstand. (Onderdeel van de o zo bekende ‘Miranda rights’.) Het moet een tergende situatie zijn geweest. Luiselli die de verhalen heeft moeten aanhoren van honderden kinderen, die zonder begeleiding en met gevaar voor eigen leven de grens zijn overgestoken. De basis voor een aanvraag is een formulier met veertig vragen, die, formulieren eigen, nauwelijks ruimte laten voor een genuanceerd antwoord. Het is de onmacht van de vertaler, van de tolk. Je kunt hoogstens naar beste eer en geweten de geschiedenis van een dergelijk kind in juridische verantwoorde taal omzetten. Het is eigenlijk onvermijdelijk dat je een interpretator wordt, een begeleider die precies de juiste woorden vindt, om een overbelaste advocaat over de streep te kunnen trekken. Geen wonder dat Luiselli al snel de antwoorden eerst in een schriftje schrijft.

Luiselli doet in Vertel me het einde precies wat een schrijver moet doen. De wet van de grote getallen – en gelooft u, het aantal kinderen dat onder barre omstandigheden de oversteek probeert te maken is overweldigend – omzetten naar een particulier verhaal, ingebed in het totaaldecor. Zo wordt geschiedenis persoonlijk, wordt duidelijk hoe makkelijk elke grond onder een (jong) mens weg kan vallen. Luiselli gaat verder dan alleen registreren. Ze is in deze tekst duidelijk sterk betrokken, is eerder een voorvechter, een aanklager in deze kwestie, en geeft dus ongezouten haar persoonlijke mening. Een schrijver mag, nee, moet ook op de bres springen. Dit essay is mede zo sterk omdat ze ook de hand in eigen Zuid-Amerikaanse boezem steekt. Niet alleen Uncle Sam is in deze de boosdoener, maar tegen forse betaling laat ook de Mexicaanse regering zich niet onbetuigd. Hoe gruwelijk kan een overheid tegen de eigen bevolking zijn?!

Vertel me het einde – de vraag die haar dochter vaak stelt wanneer Luiselli een verhaal van een kind aan haar heeft verteld, de vraag waarop ze meestal het antwoord schuldig moet blijven – is een noodzakelijk boek. Al zeker in de tijden van een president die een muur wil bouwen tussen de VS en Mexico, die de doorsnee Amerikaan wil laten geloven dat alle problematiek – drugs, bendes, illegaliteit, ziekte – uitsluitend uit het zuiden komt. De bureaucratie labelt de mens, maakt hem of haar zoals bekend tot een nummer. Luiselli geeft de vluchteling een gezicht en laat tegelijkertijd de absurditeit zien van het rigide uitvoeren van wetten en regels. Een lijst van veertig vragen die getuigt van paranoia en xenofobie, vreemd als men denkt aan de oorsprong van het land waar ‘je je droom waar kunt maken’, aan het land van de ‘melting pot’.
Kinderen jagen het leven na, terwijl dit regelmatig tot hun dood leidt. Terwijl ze aan het einde soms nog veroordeeld worden tot illegaliteit. De gevaren onderweg zijn werkelijk bijna surrealistisch. Vermorzeld worden door een trein, doodgeschoten worden door drugsbendes of Amerikaanse ‘verontruste’ burgers. Ontvoeringen en verkrachtingen zijn aan de orde van de dag. Ook de Mexicaanse grenswachten en de Amerikaanse ‘Border Patrol’ werken op zijn zachtst gezegd vaak enorm tegen. (Het vernielen van watervaten in de woestijn bijvoorbeeld.)
Hoe ontluisterend is het dat kinderen vooraleerst worden opgevangen in een sterk onderkoeld centrum, ook wel de ‘icebox’ genaamd. Men gaat er vanuit dat het ‘bruine vlees’ uit Zuid-Amerika gevaarlijke ziektekiemen bevat. Door het schrijven van dit essay zet Luiselli haar ontzetting, haar emoties om in een politiek kapitaal. Ze heeft in elk geval door haar bezieling haar studenten in New York aangezet tot zeer praktische daden. Dat is wat woorden vermogen. Het maken van verschil, hoe klein dan ook.’

VERTEL ME HET EINDE

EEN ACHTTAL WERKEN VOOR DE OKTOBERMAAND

Ik heb van velen van mijn volgers  mogen begrijpen dat de korte leestips gewaardeerd worden. Vandaar dat ik het aandurf opnieuw werken te noemen die vers van de pers zijn. Ik noem u acht nieuwelingen van uitgeverijen die al heel wat keren in onze rubriek hun opwachting gemaakt hebben. Wat mij allereerst bij het al of niet tot mij nemen van een boek is de vraag of het thema mij bekoort. De tekst op de omslag verwoordt dat doorgaans. Ik noem titel, schrijver, ondertitel of genre en uitgever, wat ik laat volgen door het thema. Eind oktober wisselen wij hier onze leeservaringen  met elkaar uit. Goede leesavonturen in de herfstmaand wens ik u toe!

1) Nijntjes krijtboek – Dick Bruna –  Mercis Publishing
Voor alle kinderen die van tekenen houden is er nu een nijntje krijtboek. Met de vier gekleurde krijtjes kun je de pagina's van het boek helemaal vol tekenen. Op elke spread is iets anders te doen. Kleur de plaatjes in, maak een tekening af en oefen met vormen. Wat kun je allemaal maken met een cirkel? Ben je uitgetekend? Zoek dan de letters van jouw naam op de alfabet-pagina. Door het speciale laminaat fungeert het boek als schoolbord. Dus als je klaar bent, kun je het boek weer schoonvegen met een doekje en opnieuw beginnen; net als op een schoolbord.

2) Mijn voetbal – Johan Cruijff - Handboek voor winnaars – Nieuw Amsterdam
Johan Cruijff legt de 14 basisprincipes van het voetbal voor iedereen begrijpelijk uit. Uit alles blijkt waar hij voor staat: mooi, aanvallend voetbal, veel aandacht voor de voetballer zelf en bovenal: spelplezier. Dat is de grootste motor van succes. Zijn visie is niet zo maar een mening maar een overtuiging gebaseerd op tientallen jaren ervaring op het hoogste niveau. Een visie waarmee hij zichzelf en veel andere talentvolle spelers naar de absolute top bracht en waar nog elke dag aan wordt gerefereerd. ‘Voetbal is simpel. Maar simpel voetballen blijkt vaak het moeilijkste wat er is.' Johan Cruijff






3) Onderweg – João Ricardo Pedro – Roman – Signatuur
Na een treinramp in Noord-Portugal ontvangt Marta's moeder een bericht: de rugzak van haar dochter, studente aan de kunstacademie, is tussen de brokstukken gevonden. Haar stoffelijk overschot is echter onvindbaar. Marta's jongere broer João, een gevoelige jongen die een diepe bewondering én vrees koestert voor zijn sterke gewelddadige zus, blijft met veel vragen achter. Aan de hand van haar tekeningen en zijn herinneringen probeert hij de waarheid rond zijn zus te achterhalen. Een reeks bonte figuren trekt voorbij, terwijl hij zelf volledig ontbreekt in het leven dat ze schetst. João's verhaal is een boeiende reconstructie van hun leven en roept vragen op over zijn eigen bestaansrecht. Een pijnlijk mooi verhaal over de dunne grens tussen realiteit en waanzin.




4) De regels gelden niet – Ariel Levy – Non-fictie – Atlas Contact
De regels gelden niet is het verhaal van Ariel Levy, een vrouw die dacht dat ze de wereld aankon, en tegelijk een onvergetelijk portret van een generatie die worstelt met vrijheid als 'gift' van het feminisme. Op achtendertigjarige leeftijd ging Levy voor het tijdschrift 'The New Yorker' op reportage naar Mongolië. Ze was zwanger, getrouwd, financieel gezond - ze had, kortom, alles. Een maand later was daar niets meer van over. Ariel Levy slingert je door het verhaal van het onconventionele leven dat ze voor zichzelf smeedde - dat ze vervolgens te pletter zag slaan in een razendsnel tempo, en waarvan ze de scherven langzaam weer bij elkaar heeft geraapt.





5) 19 vergiftingen - Nils Chr. Moe-Repstad – Gedichten – Azul Press
In 2014 verscheen van de Noorse dichter Nils Chr. Moe-Repstad (1972) 19 forgiftninger, zijn negende bundel. In deze bundel snijdt hij grote, zeer uiteenlopende onderwerpen aan - Mexicaanse drugskartels, IKEA, de ark van Noach, de pest, Roundup en de beurshandel - én brengt die met elkaar in verband. 19 vergiftingen is de integrale vertaling van deze bundel.
Zijn poëzie is in de goede zin van het woord wijdlopig, maar door zijn precisie, intelligentie en zorgvuldigheid wordt ze nergens breedsprakig. Bij iedere herlezing valt iets nieuws te ontdekken. Het maakt Moe-Repstad tot een van de interessantste Scandinavische dichters van dit moment.



6) Podemos – Frans Bieckmann – Nieuwe linkse politiek in Spanje – Van Gennep
Op 15 mei 2011 begonnen in Spanje de pleinbezettingen van de 'Indignados' (de Verontwaardigden) die de aanzet vormden voor een grote politieke dynamiek. In reactie op de financiële én democratische crisis werd een hele nieuwe generatie mensen actief. Zowel in de nationale politiek, met de partij Podemos, als via 'burgerplatforms' die sinds 2015 tal van grote steden zoals Barcelona en Madrid besturen. Dit boek geeft een beeld van deze fascinerende politieke ontwikkelingen. Het Spaanse project biedt een alternatief voor het neoliberale denken dat de EU in haar greep heeft én voor het rechtse populisme dat de maatschappelijke onvrede hiermee eenzijdig kanaliseert. Podemos organiseerde een brede beweging die komt met een eigen verhaal over grote maatschappelijke problemen als corruptie, werkloosheid en ongelijkheid - samen met de bevolking, niet van bovenaf, maar van onderop.


7) Vier vrouwen en een boot – Janette Benaddi, Heleen Butters, Niki Doeg en Frances Davies – In 67 dagen de Atlantische Oceaan over, de zwaarste roeiwedstrijd ter wereld – Harper Collins
Dit is het ongelooflijke - en waargebeurde - verhaal van vier gewone werkende vrouwen die een enorme uitdaging aangingen en ook nog een wereldrecord vestigden! Op 20 december 2015 roeiden zevenentwintig teams de haven van La Gomera uit. Het waren allemaal getrainde sporters, op één team na. Dat bestond uit vier doodgewone vrouwen, die op het punt stonden een uitzonderlijke prestatie te leveren. La Gomera was de startplaats van de Talisker Whiskey Atlantic Challenge, ofwel de zwaarste en moeilijkste roeiwedstrijd ter wereld. Deelnemers moeten 3000 mijl over de Atlantische Oceaan afleggen, waarbij blaren, haaien, zeeziekte en ernstig slaaptekort meer regel dan uitzondering zijn. Maar Janette, Niki, Helen en Frances hadden een droom, en niets - of dat nu hun ietwat gevorderde leeftijden, kinderen, banen of echtgenoten waren - kon ze tegenhouden!

8) Zwart water – Louise Doughty – Thriller – Karakter
Voor de fans van Graham Green en John le Carré. Gebaseerd op de onderbelichte Nederlands-Indonesische geschiedenis. John Harper is ondergedoken in een afgelegen hut op het platteland van Bali. Nachtelang ligt hij wakker en luistert ingespannen naar het geluid van de regen uit angst dat hij in levensgevaar verkeert. Maar de herinneringen aan wat hem is aangedaan en wat hij anderen heeft aangedaan, boezemen hem nog veel meer angst in. Hij is geboren in een jappenkamp als Nicolaas den Herder, oudste zoon van een Indonesisch-Nederlands echtpaar, en begint zijn leven zonder thuis en veiligheid. Na omzwervingen door de Verenigde Staten, waar zijn moeder hem mee naartoe neemt om daar een nieuw leven te beginnen en later door het Nederland dat hij alleen van verhalen kent, ontfermt een mysterieuze organisatie uit Amsterdam - het Instituut - zich over de zoekende jongeman. Hoewel iedereen hem kent als financieel analist, werkt Harper in werkelijkheid als spion en huurling, en speelt zijn leven zich in de schaduw af. Vanwege zijn Indonesische uiterlijk stuur het Instituut hem naar Indonesië, eerst tijdens de massaslachtingen van communisten in 1965 en daarna nog een keer tijdens de militaire dictatuur die op de moorden volgt. Hij wordt gedwongen om een pion te zijn in een spel waarvan de regels van dag tot dag lijken te veranderen. De toenemende wreedheid en onmenselijkheid van de strijdende partijen wordt Harper uiteindelijk te veel en hij begaat een fout die me duur zal komen te staan en onherstelbaar blijkt. Hij ziet geen enkele uitweg dan te vluchten naar het relatief veilige Bali...