28-12-2015

DE GRANDIOZE EDITIES NON-FICTIE 2015

U kent al jaar en dag mijn voorliefde: waargebeurde verhalen die literair vervat zijn. Ik houd van non-fictieve boeken die in mooie taal een thema dragen dat er echt toedoet. Bij het adieu zeggen tegen 2015 zet ik voor u op een rij de 26 werken die mij als grage lezer het bijna voorbije jaar wel heel goed bevielen. Ik mocht de selectie al bij u introduceren en derhalve volsta ik nu met het doorgeven van de tekst op de omslag van de uitverkoren werken. Naar mijn idee verdienen deze boeken het predicaat ‘grandioos’. Ook in 2016 en lang daarna. Dus mogen ze niet op uw boekenschap ontbreken!

Het boek Genesis geïllustreerd – De volledige tekst, met prachtige schilderijen, brandschilderingen en authentieke illustraties - Michelle Pickering – Librero – 128 blz.
Het boek Genesis, dat enkele van de bekendste verhalen uit het Oude Testament bevat, vormde door de eeuwen heen een rijke bron van inspiratie voor kunstenaars. In deze speciale uitgave van Genesis zijn enkele van de mooiste kunstwerken bij elkaar gebracht, van schilderijen en fresco’s van oude meesters tot gebrandschilderde ramen en illustraties. De schilderijen zijn van onder anderen Rembrandt, Bruegel, Rubens, Caravaggio, Delacroix, Tiepolo en Tintoretto.’

De Bosatlas van Amsterdam – drs. E. Beukers e.a.  – Noordhoff Atlasproducties – 272 blz.
‘Aan de hand van honderden kaarten en grafieken maakt de lezer met deze atlas een spectaculaire reis door onze hoofdstad. Tal van onderwerpen passeren de revue, zoals de stad en haar bewoners, bestuur en onderwijs, pontjes en trams, oude en nieuwe geloven, het Leidseplein en de tuindorpen, het Concertgebouw en de dancescene enzovoort. Kortom, de atlas toont de hoofdstad van Nederland in al haar facetten. De hoofdstad van Nederland in al haar facetten.

De Bosatlas van Amsterdam staat stil bij de wording van de stad en de bijzonderheden van de verschillende stadsdelen. Het toont ook prachtige historische doorkijkjes, zoals de VOC, de Stelling van Amsterdam en de Amsterdamse School. Bovendien bevat het paginavullende infographics over het museumplein, Artis, het Centraal Station, Oude Kerk en de zuidas. Een complete topografische kaart van Amsterdam en omgeving én informatie over de stadsdelen. Sfeervolle foto’s van onder meer Karel Tomeï maken het geheel af.’

- De tuin als lusthof & slagveld – Gerda Bosman Corlijn de Groot – Scriptum – 208 blz.
‘Tuinieren roept allerlei vragen op. In tuinboeken lees je wel wat je moet doen om je planten tevreden te houden maar niet waarom het zo moet. Daar nemen Gerda Bosman en Corlijn de Groot geen genoegen mee. Met hulp van wetenschappers en door zelf experimenten uit te voeren beantwoorden ze allerlei vragen.

Na het lezen van dit boek zul je nooit meer met dezelfde ogen naar je tuin kijken. Je zult ontdekken dat het geen lieflijk paradijs is. Het is een slagveld waar planten en dieren elkaar bestrijden, maar waar soms ook onverwachte bondgenootschappen ontstaan. Gerda en Corlijn laten zien wat tuinieren in werkelijkheid is: het hacken van de natuur. Hun territorium is daar waar de natuur haar gang gaat en de mens haar meent te moeten manipuleren: de tuin, de akker, de vensterbank, de koelkast, het park en de hortus. Ze schrijven over het seksleven van de slak, tellende appelbomen, vleesetende planten en de wonderbaarlijke wederopstanding van supermarktsla.’

Het jasje van David Bowie – Twintig jaar popgeschiedenis – Elly de Waard – De Harmonie – 408 blz.
‘Hoe kwam het bijzondere, geborduurde jasje van David Bowie, dat hij droeg tijdens zijn optreden en de daaropvolgende persconferentie in 1974 in Amsterdam, in het bezit van Elly de Waard?
Elly de Waard werkte twintig jaar lang als popjournalist voor Vrij Nederland en de Volkskrant. Zonder schroom en terughoudendheid interviewde zij een onuitputtelijke hoeveelheid internationale popmuzikanten, waaronder David Bowie, The Rolling Stones, The Beatles, Roxy Music, Frank Zappa en The Velvet Underground.

Het jasje van David Bowie geeft een breed overzicht van wat de popmuziek in de jaren zeventig en tachtig te bieden had en hoe deze muzikanten zich ontwikkelden tot de supersterren zoals wij ze nu kennen. Al hun concerten, nieuwe albums en hun ideeën over muziek en politiek passeren de revue, alsook alles eromheen, zoals Woodstock, groupies, films, rockopera's en dus ook het verhaal over het jasje van David Bowie’

De Mulisch Mythe – Harry Mulisch: schrijver, intellectueel, icoon – Sander Bax – Meulenhoff – 478 blz.
‘Er zijn weinig schrijvers die zo zeer tot een mythe zijn geworden als Harry Mulisch. Voor sommigen is hij de onuitstaanbare, arrogante schrijver die het liefst over het Leidseplein paradeerde, voor anderen is hij de laatste grote intellectuele auteur die Nederland gekend heeft. Maar wie was deze schrijver die zijn eigen levensverhaal als een literaire tekst heeft vormgegeven?

In De Mulisch Mythe vertelt Sander Bax het verhaal van Mulisch' fenomenale schrijverschap en van de publieke figuur Harry Mulisch: hoe hij uitgroeide van een jonge debutant uit Haarlem tot een groot Europees schrijver. Na het lezen van De Mulisch Mythe zal iedereen het werk van Mulisch nog beter kunnen duiden en des te meer waarderen.’

Lezen met ALS – Literatuur als levensbehoefte – Pieter Steinz – Nieuw Amsterdam – 224 blz.
'En toen kwam de diagnose. De stemproblemen, de slechte tijden bij het hardlopen, mijn ongearticuleerde praten - het bleek allemaal het gevolg van ALS, afsterving van de zenuwcellen die de spieren voeden.'

Literatuurliefhebber Pieter Steinz kreeg in de zomer van 2013 te horen dat hij ALS had en dat de kwaliteit van zijn leven snel zou afnemen. Een half jaar later begon hij in NRC een weekboek waarin hij het verloop van zijn ziekte verbond met de boeken die hij las of herlas. Kafka, Dickens, Reve, Shakespeare, Szymborska en vijftig andere schrijvers werden zijn reisgenoten. In Lezen met ALS beschrijft Steinz even direct als humoristisch zijn lichamelijke aftakeling en de daarbij behorende gang door de medische instituties. Klassieken als De graaf van MontecristoHet BureauOblomovDe toverberg en Herinneringen van Hadrianus zijn het uitgangspunt voor bespiegelingen over onmacht, afscheid, berusting, pijn en ook over de mooie dingen die een dodelijke ziekte met zich meebrengt.

Lezen met ALS is niet alleen een ontroerende kroniek van een aangekondigde dood, maar ook een onverwachte kijk op de wereldliteratuur. Een boek over de troost van het lezen, geïllustreerd met geestige en tot nadenken stemmende tekeningen van Hajo.’

- Waterloo – 200 jaar strijd – Jurriën de Jong e.a. - Boom – 326 blz.
‘Op 18 juni 2015 was het precies 200 jaar geleden dat bij het Belgische dorpje Waterloo de Franse keizer Napoleon Bonaparte definitief werd verslagen door de geallieerde Engelse, Pruisische, Nederlandse en Belgische troepen. ‘Waterloo, 200 jaar strijd’ belicht de Belgische en Nederlandse bijdrage aan Waterloo deze slag en de strijd bij Quatre Bras die eraan vooraf ging.

De schrijvers beperken zich echter niet tot het nationale verhaal alleen. Vanuit Nederlands en Belgisch perspectief beschrijven ze het grote verhaal van de veldslag, en de strijd om de Europese geschiedenis voor en na Napoleons nederlaag. Ook besteden ze uitvoerig aandacht aan de ervaringen en belevenissen van de militairen op het slagveld, van de generaal tot de gewondenverzorger. Hoe komt het dat de rol van de Belgen en Nederlanders op 16 en 18 juni 1815 onderbelicht is gebleven en nationale helden zijn vergeten? Waarom werd de nagedachtenis aan de slag na 1815 inzet van een nieuwe strijd?  Zo beschrijven de auteurs de geschiedenis van Waterloo in een brede politiek-maatschappelijk context, als het dramatische slot van het napoleontische tijdperk, en als het begin van een nieuwe politieke orde in Europa.’

Waterloo 18 juni 1815 – De val van de Adelaar – Kees Schulten – Walburg Pers – 286 blz.
‘Toen Napoleon, na zijn terugkomst van Elba in maart 1815, begreep dat de Europese mogendheden weigerden hem als keizer der Fransen te erkennen en zich gereed maakten hem gewapenderhand te verdrijven, ging de keizer in het offensief. Volgens de auteur was zijn plan om op te rukken naar Brussel. Zijn triomfale intocht daar zou in Europa een politieke aardverschuiving teweeg brengen met als resultaat dat de grote mogendheden alsnog bereid zouden zijn om met hem te onderhandelen. Dit plan mislukte, hetgeen het einde van zijn keizerrijk betekende. Waterloo 18 juni 1815.
De val van de Adelaar beschrijft hoe dit kon gebeuren aan de hand van de veldtocht van 1815 en de slag bij Waterloo. Het afsluitende hoofdstuk behandelt een aantal punten waarin de schrijver met andere historici van mening verschilt.’

Oogst van de veenlandschappen – Cultuurhistorie en bijna vergeten beheertechnieken voor opbrengst van erf en terrein – Hilde E.A. Huizenga – Peredour – 334 blz. 
‘Dit boek gaat niet speciaal over de schoonheid van onze Nederlandse landschappen in het veen. Wél over de cultuurhistorie van de vele Nederlandse veenlandschappen. Waaróm zijn ze zo? Onze voorouders blijken hebben het veen verbluffend te hebben doorgrond om er maximaal van te oogsten en dat leverde veel verschillende landschappen op. In dit boek de fascinerende, bijna vergeten technieken voor inrichting van de verschillende veengebieden. Over bomen, bosjes, watersystemen, fruit, afscheidingen, bloemen en kamerplanten, bijen, landbouw, lanen en paden, riet en biezen, tuinbouw, turfwinning, en zuivel en de talloze andere overblijfselen die met een doel zijn aangelegd.

Veel informatie komt van inmiddels oude vaklieden die nog konden vertellen hoe men het landschap benutte om er zo veel mogelijk uit te slepen. Uitgerust met deze kennis zult u voortaan onze historische groene overblijfselen herkennen en meer kunnen oogsten van eigen erf en terrein. Met veel foto's.’

Babyboomboek – Wat ze lazen, wat hen vormde, hoe ze dachten – Ronald Havenaar - Van Oorschot – 378 blz.
‘Babyboomers zijn mensen die geboren zijn tussen 1945 en 1955. Geboren in geringe welvaart hebben zij de wederopbouw en de groei van de welvaart beleefd vanuit een herinnering aan bekrompenheid en de alomtegenwoordige Tweede Wereldoorlog. De protestgeneratie van '68? Ja, maar er is veel meer, bewijst babyboomer Ronald Havenaar. Aan de hand van zesendertig boeken die de babyboomers lazen in hun ontvankelijkste periode schetst Havenaar een generatie, een tijdsgewricht en een mentaliteit in thema's als beklemming, illusie, bevrijding en verval.

De lezer van dit boek leert zesendertig elementaire Nederlandse fictie- en nonfictiewerken beter kennen, maar vooral ook: zichzelf en zijn tijd of die van zijn ouders. Dit is mentaliteitsgeschiedenis pur sang. Het boek is aantrekkelijk begeesterend geschreven. Een feilloze combinatie van herkenning en aha-erlebnis voor elke babyboomer of voor wie is grootgebracht door babyboomers.’

Bommel en Bijbel – Bijbel en christendom in de verhalen van Marten Toonder – Klaas Driebergen – Aspekt – 348 blz.
‘In 2012 wordt gevierd dat het honderd jaar geleden is dat de schrijver en striptekenaar Marten Toonder werd geboren. In zijn verhalen over Olivier B. Bommel en Tom Poes portretteerde hij met een grote knipoog de Nederlandse samenleving. Het is daarom niet verbazend dat hij zich daarin ook bezig heeft gehouden met het calvinisme, dat immers als een belangrijk bestanddeel van de Nederlandse volksaard wordt gezien. Op een fraaie manier verbeeldde hij dit bijvoorbeeld in de Zwarte Zwadderneel. Deze boeteprediker tegen hovaardij en winderigheid bedient zich van een prachtige variant op de ‘tale Kanaäns’.
Want Toonder was ook een liefhebber van archaïsch woordgebruik, dat hij in het bijzonder aantrof in de taal van de oude Statenbijbel. Er zijn nog meer redenen waarom Toonder interesse had in de Bijbel, waarmee hij in zijn jeugd al kennismaakte. Het was voor hem een bron van boeiende verhaalmotieven, waaruit hij meer dan eens putte.

Het verhaal ‘De zelfkant’ is bijvoorbeeld gebaseerd op de geschiedenis van Job. Daarnaast werd hij geïntrigeerd door de bijbelse ideeën over God, schepping en mens, die hij tegelijk ook bekritiseerde en met zijn eigen levensbeschouwelijke opvattingen confronteerde. Ook dit vindt zijn weerslag in sommige van zijn verhalen, zoals ‘De Grote Onthaler’ en ‘De andere wereld’. Neerlandicus en Bommelkenner Klaas Driebergen (1979) gaat in zijn boek Bommel en Bijbel uitgebreid op dit alles in. Een aantal verhalen waarin de Bijbel en het christendom een belangrijke rol spelen, worden diepgaand door hem geanalyseerd. Een boek dat dieper ingaat op de inhoud en de achterliggende ideeën van de Bommelverhalen.’

De Grote Van Gogh Atlas – Nienke Denekamp en René van Blerk – Rubinstein – 182 blz.
‘Vincent van Gogh leefde in een spannende tijd. De moderne wereld was volop in beweging door de opkomst van een wijdvertakt spoorwegnet in Europa. En Vincent bewoog mee! In De Grote Van Gogh Atlas volgen we Vincent langs alle dorpen en steden waar hij woonde. We zien hoe zijn wereld er in die tijd uitzag: van de landelijke rust op het platteland van Brabant en Zuid-Frankrijk, tot de zinderende drukte in wereldsteden als Londen en Parijs. Een rijke keuze uit zijn werk laat zien hoe hij als kunstenaar de wereld om hem heen als onderwerp voor honderden tekeningen en schilderijen gebruikte. Reis mee met Vincent op zijn tocht door Europa, langs alle plaatsen waar hij woonde… en waar hij de kunstenaar werd die hij zo graag wilde zijn.’

Dichterbij – Kunst in details – Wieteke van Zeil – Atlas Contact – 256 blz.
‘Als je iets langer bij een kunstwerk blijft staan, vallen er rare, opmerkelijke, onbegrijpelijke, knappe en onverwachte details op. Details waardoor je het hele kunstwerk ineens begrijpt of waardoor je de wereld om je heen scherper gaat zien. Wieteke van Zeil wijst ons in haar inmiddels beroemde rubriek in de Volkskrant op de rijke details in kunstwerken die eerder aan onze aandacht zijn ontsnapt: van de zachte neus van en koe, een verveeld engeltje en het borsthaar van een schilder tot een veelvoud aan wetenschappelijke instrumenten, vreemde ingewanden en de huid van een vrouw in de vlammen van het vagevuur. Elk detail opent een deur naar een wereld vol betekenis, symboliek en persoonlijke associaties, waardoor een kunstwerk niet alleen meer gaat leven, maar ook je blik op de wereld kan veranderen.’

De Kozakkentuin – Jan Brokken – Atlas Contact – 350 blz.
‘In De Kozakkentuin beschrijft Jan Brokken de bijzondere vriendschap tussen Alexander von Wrangel en Fjodor Michajlovitsj Dostojevski. Hij begint zijn verhaal in 1849 in Sint-Petersburg wanneer de jonge Alexander een groep arrestanten voorbij ziet komen, op weg naar het vuurpeloton. Een van hen is Dostojevski, toen al een bekende en door Alexander bewonderde schrijver. Dostojevski ontloopt de zwaarste straf, maar krijgt jarenlange dwangarbeid in Siberië opgelegd.

Alexander wordt na zijn opleiding benoemd tot officier van justitie in Semipalatinsk, een stadje in het zuidwesten van Siberië. Daar ontmoet hij Dostojevski, die dan net is vrijgekomen. Tussen Alexander en de elf jaar oudere schrijver ontstaat een hechte vriendschap. De Kozakkentuin is een meeslepend epos, uitermate soepel verteld. Met de gave voor inleving die wij van Brokken kennen, de gave waarmee hij in De vergelding de oorlog in Rhoon beschreef, brengt hij in De Kozakkentuin de vriendschap tussen Alexander en Fjodor tot leven en schetst hij met verve de turbulente gebeurtenissen in het Rusland van de tweede helft van de negentiende eeuw. Hij baseert zich op uniek historisch materiaal: brieven en memoires die de achterachterkleindochter van Alexander hem toevertrouwde.’

- De Amerikaanse prinses – Annejet van der Zijl – Querido – 278 blz.
‘Op 13 april 1927 voer Allene Tew met de Mauretania de haven van New York uit. Ze liet een leven achter zich waarin ze alles had bereikt waar ze als plattelandsmeisje van had gedroomd - aanzien, fortuin, moederschap, haar grote liefde. En ze was het ook bijna allemaal weer kwijtgeraakt.
'De rijkste en verdrietigste weduwe van de stad', zoals Allene door societyrubrieken werd genoemd, had die dag echter ook nog veel vóór zich, zoals een nieuw gezin en een toekomst als officiële prinses, als Russische gravin en als peetmoeder van de latere koningin Beatrix. De Amerikaanse prinses is een reconstructie van een weids en fascinerend leven, dat zich afspeelt tegen het decor van Amerika en Europa, de victoriaanse en de moderne tijd, de industriële en Russische revolutie en de twee wereldoorlogen. Maar het is bovenal het persoonlijke verhaal van een uitzonderlijke vrouw die de moed had om, tot het bittere eind, haar eigen, onnavolgbare weg te gaan.’

- De Bijbel in de Lage Landen – Elf eeuwen van vertalen – Paul Gillaerts e.a. – Royal Jongbloed – 980 blz.
De Bijbel in de Lage Landen beschrijft nagenoeg uitputtend de geschiedenis van het vertalen van de Bijbel in de Lage Landen, van de middeleeuwen tot vandaag. Bijzonder aan deze uitgave is dat de Statenvertaling van 1637 daarbij niet als uitgangspunt is genomen. Daarmee wordt onder andere zichtbaar dat er sprake is van een veel grotere continuïteit tussen de middeleeuwen en de moderne tijd dan veelal wordt gedacht.

De Bijbel in de Lage Landen kan met recht een handboek worden genoemd doordat het een meer dan representatief overzicht biedt van de indrukwekkende bijbelvertaalproductie in de Lage Landen, ook die van anderstalige bijbelvertalingen. Steeds terugkerende vragen zijn: Hoe is er vertaald? Wat is de relatie tussen de vertaling en de brontekst en de doeltaal? Welke theologische opvattingen spelen daarbij mee? De illustraties in het boek geven treffend de rijke iconografische traditie weer die in de bijbelvertalingen tot uiting komt. De registers maken het tot een onmisbaar naslagwerk.’

- Rose – Een familie in oorlogstijd – Rosita Steenbeek – Ambo/Anthos – 352 blz.
‘In haar nieuwe boek Rose vertelt Rosita Steenbeek het bewogen leven van haar grootmoeder Rose en de lotgevallen van haar joodse familie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Rose is de dochter van een joodse moeder en een Duitse vader. In 1929 verliest zij haar hart aan Gerard, een Nederlandse dominee, en samen vestigen zij zich in Klaaswaal, een dorpje onder de rook van Rotterdam In de jaren dertig waaiert Roses joodse familie uit over de wereld, op de vlucht voor Hitlers antisemitische bewind. Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland binnen en op 14 mei ziet Rose de bommen op Rotterdam vallen. Haar man sluit zich aan bij het verzet en wordt opgepakt.

Door spelingen van het lot komen leden van Roses familie in de oorlog aan verschillende kanten van het front terecht. Rosita Steenbeek, bekend van haar vele romans en boeken over Rome, schrijft met Rose een boek over een grote liefde tussen twee mensen, maar ook over goed en kwaad, over vergeving en over hoe moeilijk het is om de wereld in te delen in zwart en wit.’

Het verraad van Benschop – Verzet en vergelding in een boerendorp, februari 1945 – Bram de Graaf – Ambo/Anthos – 268 blz.
‘Hoe de oorlog genadeloos ingreep in het leven van een klein Nederlands dorp.
In Het verraad van Benschop beschrijft Bram de Graaf hoe de Tweede Wereldoorlog genadeloos ingreep in het Utrechtse boerendorpje Benschop. In februari 1945, toen de oorlog bijna voorbij leek te zijn, doen de Duitsers een inval in het dorp. Ze weten waar ze moeten zijn: een vermomde man wijst de weg. Een groot aantal mannen wordt weggevoerd; de Duitsers fusilleren zeven van de gearresteerde mannen. Benschop blijft in shock achter. Eén vraag houdt allen bezig: wie of wat verraadde Benschop?

In Het verraad van Benschop reconstrueert Bram de Graaf nauwgezet deze gebeurtenissen en de impact ervan. Hij sprak met de laatste nog levende ooggetuigen en familieleden van de betrokkenen. Zeventig jaar na de Tweede Wereldoorlog doen de meesten pas voor het eerst hun verhaal.’ ‘Dat er nog steeds oorlogsverhalen naar boven komen waar altijd over gezwegen is en die een soort universele actualiteitswaarde behouden, bewijst Het verraad van Benschop.

De redding van de familie Van Cleeff –De oorlog en het leven daarna – Auke Kok en Dido Michielsen – De Bezige Bij – 252 blz.
‘In 1929 trekt de pas negentienjarige Gretchen van Cleeff weg uit Duitsland: in Hillegersberg wil ze samen met haar Nederlandse man Ernst een mooie toekomst opbouwen. Het Joodse stel maakt al snel deel uit van het milieu van succesvolle Rotterdamse industriëlen – en ook hun matrassenfabriek Cleco floreert. De oorlog maakt alles anders.
In de onderduik raken Gretchen en Ernst gescheiden van hun dochters Liesel (11) en Nelleke (9). De meisjes worden verraden en belanden via Westerbork in Theresienstadt. Dankzij een list van vrienden keren ze alle vier na 1945 terug naar hun grote huis in Hillegersberg. Ze zijn gered van de dood – maar daarmee nog niet van een ongelukkig leven. Achter de façade van feesten en ruisende japonnen heerst de onmacht het verleden te bespreken. Het is ieder voor zich, net als in de kampen.

Op basis van vele gesprekken met familie en vrienden van het gezin, en onderzoek in Nederland, Duitsland en Tsjechië schreven Auke Kok en Dido Michielsen De redding van de familie Van Cleeff, een menselijk drama dat de lezer laat voelen hoe oorlogstrauma’s ontstaan en hoe die kunnen voortduren tot op de dag van vandaag.’

- Orgelman – Felix Nussbaum Een schildersleven – Mark Schaevers -  De Bezige Bij – 456 blz.
Orgelman verhaalt de wonderlijke wedergeboorte van een door Hitler vernietigd kunstenaar: Felix Nussbaum. Was zijn bestaan als balling vanaf 1933 moeilijk, aan het eind van de oorlog werd het tot op de grond verschroeid. Evenmin als zijn vrouw Felka Platek keerde Nussbaum terug van het laatste transport naar het Oosten vanuit de Mechelse Dossinkazerne; niks restte van zijn schilderijen en zijn grote faam in het Berlijnse interbellum. En toch: een halve eeuw later heeft zijn geboortestad Osnabrück een museum voor hem opgericht en vandaag rekent men hem tot de belangrijkste joodse schilders van de twintigste eeuw.

Hoe deze dolende orgelman alsnog een echo wist te vinden, is een buitengewoon en spannend stuk geschiedenis van de Lage Landen dat nog op een verteller wachtte.’ Geert Mak: ‘Orgelman heeft me overrompeld, een ander woord weet ik er niet voor. Ik kon het op den duur niet meer loslaten, dit weefsel van honderden puzzelstukjes waaruit langzaam het drama van twee levens boven water komt. Deze indrukwekkende biografie krijgt een extra lading door het verhaal dat Nussbaums schilderijen daarnaast vertellen: over de jaren dertig, over het angstige bestaan van de tienduizenden Duitse ballingen in Frankrijk, België en Nederland, over de jacht, de onderduik, de deportaties. Schaevers weet steeds dichter op de huid van zijn hoofdpersonen te kruipen, totdat het de lezer bijna de adem beneemt. Dit boek vergeet je nooit.’’

Charlotte – David Foenkinos – Cossee – 236 b lz.
‘Berlijn, 1933. Met de opkomst van het nationaalsocialisme wordt de introverte scholiere Charlotte Salomon almaar stiller, en ze is vaak alleen; haar klasgenootjes mogen niet meer met joden omgaan. Toch begint het leven haar langzaam maar zeker ook toe te lachen: haar stiefmoeder, een beroemde zangeres, brengt leven in de brouwerij, en heeft bovendien een wel erg aantrekkelijke zangleraar, die interesse lijkt te hebben in Charlotte. Dan wordt ze ook nog eens – bij hoge uitzondering, ze is immers joods – toegelaten tot de kunstacademie. Haar wereld stort in wanneer ze vlucht naar haar grootouders in Zuid-Frankrijk, en daar voor het eerst beseft dat haar moeder niet is overleden aan de gevolgen van een zware griep, maar zelf een einde aan haar leven heeft gemaakt. Zelfmoord herhaalt zich binnen haar familie als een refrein.

Charlotte is vastberaden deze naargeestige traditie hier en nu te doorbreken. Ze gaat aan het werk; ze moet schilderen, de doden tot leven wekken. Ze schildert veel, snel, kleurrijk en groots, ze gaat de strijd aan in een gigantisch kunstproject dat schilderijen, muziek en tekst combineert: Leven? Of theater? Maar de dreiging van de dood is overal om haar heen: in haar familie, in haar geboortestad, in haar Franse toevluchtsoord – en, tot slot, in Auschwitz.

Charlotte is het buitengewone portret van een bijzondere en ongekend moedige vrouw. David Foenkinos ging in haar voetsporen op zoek naar het ware verhaal van haar leven, en heeft dat weten te vatten in een onvergetelijke roman. Niet eerder was een literair eerbetoon zo aangrijpend.’

- Atlas van de watersnood 1953 – Waar de dijken braken – Koos Hage – Thoth – 192 blz.
‘De watersnood van 1 februari 1953 heeft een groot deel van Zuidwest-Nederland en de Wadden onder water gezet. Een gebeurtenis die diep ingreep in het leven van de bewoners. Wie nu op de dijk gaat kijken om aan de andere kant de zee te zien, kan zich nog maar moeilijk voorstellen hoe deze catastrofe kon gebeuren. In deze atlas worden de stroomgaten – de ultieme verwoesting van de zeedijken waardoor het zeewater dag en nacht de polders in- en uitstroomde – voor het eerst in kaart gebracht. Het laatste gat, bij Ouwerkerk, werd pas in de nacht van 6 op 7 november 1953 gesloten. Bij het onderzoek naar de locaties van de 96 stroomgaten stuitte auteur Koos Hage op zeer bijzondere, direct na de ramp gemaakte, luchtfoto’s. De zeer gedetailleerde opnamen – die nooit eerder gepubliceerd werden – zuigen de beschouwer diep in de overstroomde gebieden van 1953.

Atlas van de watersnood 1953 – Waar de dijken braken bevat ook interviews met ooggetuigen van de ramp. Deze interviews zijn in de jaren tachtig van de vorige eeuw afgenomen door Kees Slager. Samen met de luchtfoto’s en foto’s uit het rampgebied, is dit de kern van het boek, dat ons terugbrengt naar die eerste dagen. In de atlas wordt de ramp in het perspectief geplaatst van het ontstaan van ons land en de strijd tegen het water. Door ons dagelijks leven op de overgang van land en water werd waterbouwkunde een deel van het DNA van de Nederlander. Met die ervaring en kunde kregen we een steeds grotere invloed op de situatie in de strijd met de elementen.’

Duivelskwartier – 1595: heksen, heren en de dood in het vuur – Johan Otten – Vantilt – 438 blz.
‘In de loop van de zestiende eeuw kwam in Europa een genadeloze vervolging op gang van voornamelijk vrouwen die werden aangezien voor handlangers van de duivel. Tienduizenden van deze 'toveressen' verloren hun leven tijdens uitbarstingen van overheidsgeweld, die rond 1600 een hoogtepunt bereikten. De heksenjacht volgde een grillig patroon van lokale en regionale opflakkeringen. Over een van deze explosies is een uitgebreid en gedetailleerd dossier bewaard gebleven dat exemplarisch is voor de vervolgingen uit die tijd.

In het jaar 1595 reisde een hoge Brusselse overheidsfunctionaris naar 's-Hertogenbosch om onderzoek te doen naar de berechting en executie van tientallen vrouwen in het kwartier Peelland in de Meierij. De door hem verzamelde processtukken en notities geven een fascinerend beeld van de heksenjacht en laten ook overlevenden en familieleden van vervolgden aan het woord. Duivelskwartier vertelt op basis van authentieke documenten het waargebeurde verhaal van de heksenjacht in Peelland. Het gaat over burenruzies, over toverij en achterdocht, over hallucinante heksenfeesten, over manipulaties door machthebbers. En vooral over het huiveringwekkende lot van doodgewone dorpsmensen.’

- De Bijbel voor ongelovigen 4 - Koning David en de splitsing van het rijk – Guus Kuijer –Athenaeum - 280 blz.
‘De Bijbel is een fascinerend boek. Onze cultuur is ondenkbaar zonder het heilige boek van de joden en de christenen. Maar wie niet gelovig is, leest het niet. En dat is jammer, want het bevat een aantal van de allermooiste verhalen uit de wereldliteratuur. Guus Kuijer vertelt ze na voor ongelovigen (en gelovigen). In dit deel: 2 Samuel en een deel van Koningen. Het bevat het koningschap van David en diens dood, en de regering van Davids zoon Salomo en zijn duizend vrouwen. Die maken dat Salomo ontrouw wordt aan de God van Israel. Het rijk scheurt, en Israell en Juda krijgen concurrerende koningen. Een bloedige geschiedenis volgt. Het verhaal van David die Batseba in bad bespiedt, haar begeert en daarom haar man Uria de dood injaagt, en dat van Absalom die de verkrachting van zijn dochter Tamar wreekt zijn literaire hoogtepunten. Passie en hartstocht, ontrouw en wraak, liefde en trouw. De allermooiste verhalen komen in dit deel aan bod.’

- Jezus en de vijfde evangelist – Fik Meijer – Athenaeum - Polak & Van Gennep – 352 blz.
‘Het jaar 30, ongeveer. Jezus van Nazaret zwerft door Galilea. Hij predikt zijn boodschap van het naderend koninkrijk van God. In een verdeelde samenleving, verscheurd door conflicten tussen Joden en Romeinen en tussen Joden onderling, spreekt dat veel mensen aan – maar velen ook niet. Wie was hij? In de evangeliën lezen we het een en ander over zijn optreden, maar weinig over de wereld waarin hij leefde. Wie daar wel over schreef was Flavius Josephus, een Joodse geschiedschrijver die enkele jaren na de kruisdood van Jezus in Jeruzalem werd geboren en uiteindelijk in Rome terechtkwam. Hij wordt wel de vijfde evangelist genoemd. Josephus maakt het mogelijk Jezus te vergelijken met andere profeten, messiassen, zelfverklaarde koningen en wonderdoeners. Want Jezus was niet de enige.

Fik Meijer vertelt in zijn nieuwe grote boek over het waarheidsgehalte van de geboorteverhalen van Jezus, de rol van Maria van Magdala, de betekenis van exorcisme, het geweld in Getsemane, de kruisdood als ultieme straf en Jezus’ opstanding uit de dood. Bijbelse personen uit Jezus’ omgeving krijgen in dit boek een nieuw gezicht: Johannes de Doper, Pontius Pilatus, Barabbas, Judas Iskariot en Jezus’ broer Jakobus. Zo komt de historische Jezus tot leven.’

- Duitsland – Biografie van een natie – Neil MacGregor – Hollands Diep – 598 blz.
‘De geschiedenis van de laatste 150 jaar is in hoge mate bepaald door één natie: Duitsland. Aanstichter van twee wereldoorlogen. Twee keer vernietigend verslagen. Verantwoordelijk voor de grootste genocide in de geschiedenis van de mensheid. Tot op de grond toe afgebroken. Tot twee keer toe herrezen uit de puinhopen van haar eigen geweld. Verdeeld, verkaveld, maar opnieuw uitgegroeid tot de dominante macht in Europa. Wat weten we eigenlijk van de bewogen geschiedenis van Duitsland? En hoe kijken de Duitsers naar zichzelf en hun eigen historie? Vijfentwintig jaar na de vorming van het nieuwe, herenigde Duitsland, op 3 oktober 1990, peilt Neil MacGregor, directeur van het British Museum, ziel en wezen van Duitsland en de Duitsers. In dertig briljante, rijk geïllustreerde beschouwingen beschrijft hij 600 jaar Duitse geschiedenis.

Wat maakt Duitsland tot Duitsland? MacGregor vertelt het verhaal aan de hand van honderden mensen, voorwerpen, plaatsen, kunstwerken, gebouwen, geschriften. Het gaat over worst, bier, porselein, over schrijvers, schilders en politici, over Goethe, Dürer en Bismarck, over Kant en Gutenberg, over wetenschap, filosofie, muziek, literatuur, kunst, architectuur, industrie. Over de drukpers en de Volkswagen Kever. Over Bauhaus en Buchenwald. Over de betekenis van de Rijn en over de taal van Luther, Heinrich Heine, Thomas Mann en de gebroeders Grimm. Over de etsen van Dürer en de cantates van Bach. Over speelgoed, glaswerk, schilderijen en de oorlogsmonumenten van Ernst Barlach. En over ‘Made in Germany’. Neil MacGregors Duitsland is cultuurgeschiedenis op zijn allerbest – een boek zoals nooit eerder over Duitsland geschreven is.’

KIJKBIJBEL

 

Niet alleen een streling van het gemoed maar ook een lust voor het oog is dit kijk -en leesalbum dat al jaar en dag een must see en een must read is voor hen die het Boek der boeken niet uit het hart en uit het oog willen verliezen. En dan mik ik vooral op de 6-9 jarigen, maar ook op hun opvoeders. Het gaat om de 348 bladzijden tellende, luisterrijk geïllustreerde Kijkbijbel - met Leeswijzer – die verhalen bevat uit het Oude en het Nieuwe Testament, getekend is door Kees de Kort en uitgegeven wordt door Jongbloed. Over een gaaf geschenk voor dit Kerstfeest gesproken!

De immer voorkomende en voortvarende secretaresse Esther Houweling uit Heerenveen, waar haar uitgeversgroep gevestigd is, stuurde mij een exemplaar ter recensie met de vermelding dat de Kijkbijbel een reeds lang bestaande uitgave is. In het colofon worden haar woorden bevestigd want na de eerste publicatie van de Kijkbijbel is daar nu de 19e druk! Het klinkt wat profaan, maar het is wel zo; de Kijkbijbel is een succesnummer. Om dat grandioze furore te verklaren citeer ik uit het voorwoord.

'In hun boek Kinderbijbels vergeleken schrijven Janna Postumus en Hanna van Dorssen: ‘De inmiddels wereldberoemde illustraties laten vooral de mensen zien, hun gezichtsuitdrukkingen en de gebaren die ze maken. Ze zijn in rustige vlakken opgezet, in mooie afwisselende kleuren.’ In het dagblad Trouw las ik enkele jaren terug een interview dat Lodewijk Dros met Van Dorssen had onder de titel ‘ Kees de Korts Kijkbijbel is een van die zeldzame blijvertjes’. Ik geef het artikel integraal aan u door.’

Dat doe ik ook - en eerst - met de tekst van de uitgever op de hardcover. Ik haast mij te zeggen dat de Kijkbijbel zo’n opgang kon en kan maken door de ‘Leeswijzer bij de Kijkbijbel’, een handreiking bij het lezen en voorlezen die 76 bladzijden telt. Opdat de ouders, grootouders en andere opvoeders van de kids de richting aan kunnen geven van de sacrale stories. Van ‘In het begin’, ‘De ark van Noach’ en ‘Jakob en Esau tot ‘Hemelvaart en Pinksteren’, ‘De man die gedoopt wordt’ en ‘God maakt alles nieuw’. 

De uitgever: ‘Kinderen horen graag uit de bijbel vertellen. Vooral als er mooie kleurige tekeningen bij het verhaal staan. De tekeningen in de kijkbijbel: hebben iets speciaals: ze spreken boekdelen. Dat is de kunst die Kees de Kort verstaat en met dat artistieke vakmanschap illustreerde hij 28 bijbelverhalen van de serie .Wat de bijbel ons vertelt, zijn kunstwerken uit de losse boeken zijn nu op een andere manier verwerkt. Met de tekst van alle verhalen zijn ze vormgegeven tot een nieuw, sprankelend geheel: de Kijkbijbel. Een bijbel om in te kijken als je nog niet kunt lezen. Om je leeshonger te stillen zodra je wel kunt lezen. om uit voor te lezen of te vertellen als je(groot)ouder of opvoeder bent. Een boek voor . . . voor wie eigenlijk niet?

Dros: ‘Het begon met een wedstrijd in 1965. Nu wijdt het Bijbels Museum een expositie aan het werk van schilder Kees de Kort, wiens Kijkbijbel internationale faam verwierf. ’Ik ben ermee groot geworden”, zegt Hanna van Dorssen (43). De theologe die missionaire projecten voor de Protestantse Kerk in Nederland doet, is enthousiast over Kees de Korts Kijkbijbel. Van Dorssen redigeerde verschillende kinderbijbels en schreef ’Dat is zeven!’, over manieren om kinderen uit de Bijbel te vertellen. Zelf kreeg ze als kind de bijbelverhalen voorgeschoteld in de dunne boekjes die toen verschenen onder de titel Wat de Bijbel ons vertelt, met ultrakorte teksten die het bijbelverhaal aanduidden, en schilderijen van De Kort. ‘Bij het verhaal over Bartiméus, de blinde man, zie ik nog steeds dat beeld voor me: die man die met zijn mond wijd open schreeuwt. Zo indringend.’

De afleveringen van Wat de Bijbel ons vertelt, later gebundeld als Kijkbijbel, verschenen veertig jaar geleden, nu wijdt het Bijbels Museum er een expositie aan. Van Dorssen kwam vertalingen ervan zelfs in Egypte tegen. ‘Dat is nog nooit een Nederlandse kinderbijbel gelukt. Blijkbaar spreken de schilderijen van De Kort ook mensen ver buiten ons cultuurgebied aan.’Kees de Kort won in 1965 een wedstrijd, uitgeschreven door het Nederlands Bijbelgenootschap. Doel: bijbelverhalen verbeelden voor kinderen met een verstandelijke handicap. De Kort koos voor eenvoudige beelden: weinig perspectief of opsmuk, veel grote kleurvlakken. En weerkerende personages dragen steeds dezelfde kleren – Jezus, met ringbaard, heeft een wit gewaad met grijze strepen aan. Dat laatste spreekt Van Dorssen aan. ‘De herkenbaarheid is groot. En de schilderijen hebben een grote beeldende kracht. De eenvoud doet wel een beetje denken aan iconen: ook zo gestileerd, ook zo herhaald. De Kort (Nijkerk, 1934) was met zijn project een tegendraads artiest – in de jaren zestig en zeventig hoorde zo iemand volgens de Federatie van beeldende kunstenaars ’maoïstisch te denken’.

De Kort sloeg trouwens niet van de weeromstuit aan het missioneren: ‘Als ik me door God geroepen zou voelen om zending te bedrijven, zou mijn werk er anders hebben uitgezien. ‘Het zou meer autoriteit hebben, terwijl nu het menselijke een rol speelt’, zegt hij in de catalogus bij de expositie. De Kort gebruikte bij zijn verbeelding weinig tekst; de doelgroep van verstandelijk gehandicapte kinderen kon niet of nauwelijks lezen. Juist deze ’bijbel voor kinderen’ werd een doorslaand succes. Ook Van Dorssen gebruikt hem graag. ‘Maar als ik mijn neefje eruit voorlees, merk ik wel dat de tekst erg minimaal is. Te mager. Het beeld moet het verhaal vertellen, maar je hebt wel iemand nodig die het verhaal al goed kent om het toe te lichten.’

Bij De Kort gaan niet de woorden voorop, met plaatjes die de tekst verluchtigen, maar draait alles om het beeld. Is dat niet typisch onprotestants, eerder katholiek? ‘Zeker’, zegt Van Dorssen, ‘maar de beelden zelf zijn zó sober dat ze weer stoer protestants worden”.
In Nederland zijn er nu zo’n 15 tot 20 verschillende kinderbijbels in de handel, zegt kinderbijbel-specialiste Van Dorssen. Geen ervan kan met die van De Kort concurreren. Ze hebben bijna allemaal tekeningen of schilderijen, maar, zegt Van Dorssen, dat zijn altijd illustraties bij teksten. ‘Ze hebben niet de beeldkracht van De Korts Kijkbijbel De levensduur van een kinderbijbel is een jaar of zeven, schat Van Dorssen, ‘dan gaan ze eruit’ . Tenzij het een blijvertje is. Wat een kinderbijbel tot een succes maakt, weet Van Dorssen niet precies. ‘Misschien wordt ook de kinderbijbel van Nico Ter Linden zo’n zeldzaam blijvertje, maar dat is afwachten. Woord voor Woord van Karel Eykman is al wel een klassieker, sinds de jaren zestig steeds herdrukt. En de Kijkbijbel, dat is ook een klassieker. Een hele generatie is er al mee opgegroeid. En internationaal is hij ongeëvenaard.’

De Bijbel is een blijver, ook deze Kijkbijbel!
 

KERSTMIS

 

Een prachtig prentenboek niet alleen voor het eind van het jaar maar voor alle seizoenen heb ik voor u dat in beeld en woord een blijde boodschap bevat. Het gaat om de 26 bladzijden tellende, van meet tot finish geïllustreerde hardcover Kerstmis  van Dick Bruna en van Mercis Publishing. Ik zeg het zo: op heldere en klare toon wordt voor de kids  Het kijk- en leesalbum in oblong formaat verbeeldt en verwoordt in Bruna-stijl hoe Jezus de wereld betreedt om alle mensen happy te maken.

De start van het Lucas en Mattheus verhaal ligt bij: ‘Het gebeurde in  een donkere nacht, heel lang geleden, dat er herders in het veld waren, die de wacht hielden over hun schapen. Zij stonden net wat met elkaar te praten, toen zij plotseling een licht zagen. Dat licht was zo mooi en zo heler, dat het leek alsof het dag werd. Maar dat werd het niet.’ en de finish ligt ook weer bij de herders die na de opwachting van de drie wijze koningen hun saluut geven met: ‘Ook de herders gingen weg. En zij vertelden aan alle mensen, die zij tegenkwamen, dat Jezus geboren was. En al die mensen vertelden het weer aan andere mensen, net zolang totdat iedereen het wist. Alle mensen waren blij en zij spraken met elkaar af, dat elke verjaardag van Jezus een feestdag zou zijn. En dat is Kerstmis.’ Hoe gestileerd zijn weer de tekeningen, hoe primair de kleuren, hoe toegankelijk de woorden, hoe aangepast het verhaal. Dick Bruna ging weer door de knieën!